Scriptium- Posted on
Alles wat je moet weten over de Wiscat toets
Pabostudenten zijn over het algemeen geen fan van de Wiscat. Deze rekentoets vindt in het eerste jaar van de pabo-opleiding plaats. Hoewel het laatste wiskunde-examen in de meeste gevallen niet lang achter de rug is bij pabostudenten, slagen veel van hen niet bij de eerste poging. Je kunt dus wel zeggen dat de Wiscat een bekend struikelblok is geworden. Daarom geven we een overzicht van alles dat je moet weten en kunnen om goed voorbereid aan de Wiscat te beginnen.
Wiscat, wat is dat?
Om te beginnen zullen we het woord Wiscat voor je ontleden. Wiscat, of eigenlijk WisCAT, staat voor Wiskundige Computergestuurde Adaptieve Toets. Omdat dit niet zo’n pakkende titel is, zijn deze woorden samengevoegd tot Wiscat. De Wiscat is dus een rekentoets die je op een computer moet afleggen. Het adaptieve gedeelte slaat op het veranderlijke karakter van de toets. Geen enkele Wiscat is hetzelfde, omdat de toets zich aanpast aan de antwoorden die een student geeft. Elk goed antwoord dat je geeft, resulteert in dat de volgende vraag van een hoger niveau is. Wanneer een student geen goed antwoord geeft, blijft het niveau hetzelfde.
Nu begrijp je misschien beter waarom de toets op de computer wordt gemaakt. Voorheen bleken niet alle juffen en meesters over een voldoende niveau van rekenen te beschikken, waarop Cito ingreep en de Wiscat lanceerde.
Belangrijke cijfers
Om goed voorbereid te zijn, moet je natuurlijk weten hoelang de toets duurt en hoeveel vragen er zijn. Bij de Wiscat heb je 100 minuten de tijd om 55 vragen te beantwoorden.
De Wiscat wordt met een positief advies afgerond bij een minimale score van 103 punten. Dit puntenaantal staat gelijk aan een 5,5 als cijfer.
Wat is het niveau van de Wiscat?
De Wiscat wordt afgenomen op Rekenen 3F-niveau. Dit niveau is vergelijkbaar met het rekenniveau dat een scholier heeft bij de afronding van een mbo- of havo-opleiding. Tegenwoordig worden steeds vaker rekentoetsen gehouden in het laatste jaar van de middelbare school en daarom zou je misschien denken dat je de Wiscat zonder voorbereiding kunt halen. Daar verkijken veel pabostudenten zich op, wat resulteert in een onvoldoende bij de eerste poging. Net zoals voor de examens op de middelbare school, moet je je ook voor de Wiscat goed voorbereiden.
Wat kun je verwachten van de Wiscat toets?
Allereerst moet je voor een goed resultaat de basis van rekenen volledig onder de knie hebben. Met de basis bedoelen we de tafels van 1 tot en met 12, de kwadraten van 1 tot en met 12, het metriek stelsel en het omzetten van procenten en breuken. Als de basis er niet is, dan gaat de Wiscat geen succes worden. Hoewel de meeste pabostudenten de basisvaardigheden van het rekenen nog wel weten, kan het zeker geen kwaad om deze weer eens op te frissen.
De toets bestaat uit twee delen: hoofdrekenen en context rekenen. Hieronder leggen we beide onderdelen uit.
Onderdelen van de rekentoets
Deel 1: Hoofdrekenen
De titel van het onderdeel zegt het al: dit gedeelte moet volledig uit je hoofd. Om het hoofdrekenen goed door te komen, moet je de basisvaardigheden van rekenen kunnen dromen. Ook wordt bij dit gedeelte gelet op hoe handig je bepaalde sommen kunt oplossen. Je werkt bijvoorbeeld een som als 34 x 45 zo efficiënt mogelijk uit. Je hebt 15 minuten om 15 vragen te beantwoorden. Omdat het om hoofdrekenen gaat, mag je geen uitwerkpapier gebruiken.
Deel 2: Context rekenen
Dit deel gaat over de volgende onderwerpen:
Voor dit gedeelte heb je wat langer de tijd, namelijk 75 minuten. Bovendien mag je bij dit gedeelte wel gebruik maken van uitwerkpapier. Ook mag je bij sommige vragen gebruikmaken van een rekenmachine.
Tips voor het oefenen van de Wiscat toets
Doe de oefentoets van Cito
De Wiscat is gemaakt door Cito, dus aan dit adres moet je ook zijn voor de beste oefentoets. De oefentoets maak je hier. Side note: deze oefentoets is niet adaptief. Dat betekent dat de oefentoets verschilt van de echte toets, want jouw correcte antwoorden resulteren in dit geval niet in een hoger niveau bij de volgende vraag. Dat is wel iets om rekening mee te houden. Een goed resultaat op de oefentoets betekent dus niet automatisch een goed resultaat op de echte Wiscat.
Oefen lastige onderwerpen extra
Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar onderwerpen waar je voorheen moeite mee had zijn nu ook weer belangrijk om extra te oefenen. Als je nooit een ster bent geweest in statistiek, dan is dat een onderwerp om extra vaak mee te oefenen. Je kunt met jezelf afspreken om elke dag 10 minuutjes te oefenen. Door het oefenen op te delen in kleine stukjes over een langere periode, blijft het onderwerp beter in je gedachten zitten en leer je beter.
Zorg dat je verschillende oplossingen kent
Bij het uitwerken van een som is het belangrijk om te bedenken op wat voor verschillende manieren dit zou kunnen. Bij de pabo stellen ze op prijs dat je verschillende oplossingen weet toe te passen. Dit heeft te maken met het feit dat elke leerling uit een schoolklas anders leert. Daarom is het wenselijk dat je iets op verschillende manieren kunt uitleggen. Een tipje van de sluier: in de toets vragen ze welke oplossingsmethode leidt tot het juiste antwoord. Het is dus wel zo handig als je daar al mee hebt geoefend.
Maak slim gebruik van de toets en hulpmiddelen
Het eerste gedeelte van de Wiscat wordt gemaakt zonder uitwerkpapier. Een slimme vervanging van het uitwerkpapier is het antwoordenscherm. In het antwoordenscherm kun je berekeningen typen die je helpen een som sneller uit te rekenen. Het is wel belangrijk dat je deze berekeningen ook weer wist, want alleen het antwoord mag blijven staan.
Het tweede gedeelte is wel met uitwerkpapier en die kans moet je dan ook slim benutten. Context rekenen gaat vaak gepaard met talige sommen. Deze bestaan uit verhaaltjes die niet bepaald tot de verbeelding spreken. Als hulpmiddel kun je bij deze sommen de som uittekenen. Het visualiseren van de som helpt je bij het begrijpen van de vraag.
Oefen met de tijd
Zoals je misschien al wel had berekend, heb je bij het eerste gedeelte één minuut per vraag om op een antwoord te komen. Bij het tweede gedeelte is het iets meer, maar tijd is bij Wiscat schaars. Daarom kun je van tevoren oefenen met het steeds sneller beantwoorden van vragen. Ook hier geldt dat je vragen waar je wat langer over doet, vaker kunt oefenen.
Om het tempo van de toets na te bootsen, kun je een oefentoets maken met een timer op 100 minuten of door bijvoorbeeld een afspeellijst aan te zetten die 100 minuten duurt. Het oefenen op tijd zorgt ervoor dat je bij de echte toets minder geneigd bent om je op te laten jagen en dat zorgt dan weer voor een beter resultaat.
De tips voor Wiscat samengevat
Niet gehaald? Er is ook nog een herkansing
De Wiscat vereist wat voorbereiding, maar door de bovenstaande tips op te volgen moet het wel goedkomen. Overigens is het niet gelijk over en voorbij bij het behalen van een score van minder dan 103 punten. Het verschilt per hogeschool, maar over het algemeen kan een student met een score van tussen de 70 en 103 een herkansing maken. Het gebruikelijke advies bij toetsen en tentamens geldt ook voor de Wiscat: begin op tijd met voorbereiden en ga oefenen, oefenen, oefenen!
Studiehulp van Scriptium
Ben jij student en heb je moeite met studeren? Ben je op zoek naar tentamentraining of bijles voor bepaalde vakken? Bij Scriptium bieden we professionele studiehulp aan. Of je nu geholpen wilt worden met statistiek, worstelt met wiskunde, of hulp bij rekenen nodig hebt, we staan 7 dagen per week voor je klaar. Neem contact met ons op, en we komen snel bij je terug!
