Veelvoorkomende taalfouten scriptie

Hieronder geven we een lijst van enkele veelvoorkomende taalfouten in scripties. Wil je weten welke andere fouten er worden gemaakt in scripties en verslagen? Bekijk dan de Scriptium top-100 lijst van scriptiefouten.

Verkeerde volgorde van woorden

Het komt weleens voor dat de volgorde van woorden of woordgroepen binnen een zin verkeerd is. Dit is niet altijd een zuivere taalfout, maar soms wel. Een voorbeeld waarbij de volgorde van woorden verkeerd is, is deze zin:

‘’Om processen continu te verbeteren zijn in de literatuur verschillende verbetermethodes te vinden.’’

Deze zin loopt niet en hoort op deze manier geschreven te worden:

‘’In de literatuur zijn verschillende verbetermethodes te vinden om processen continu te verbeteren.’’

Een ander voorbeeld:

‘’Op de volgende manieren is de externe validiteit van dit onderzoek bewaakt.’’

In deze zin kan het onderwerp beter vooraan de zin geplaatst worden, ter bevordering van de leesbaarheid:

‘’De externe validiteit van dit onderzoek is op de volgende manieren bewaakt.’’

In sommige scripties spreekt de auteur de lezer rechtstreeks toe door het gebruik van ‘je’, ‘we’ of ‘u’. Bijvoorbeeld: ‘’De resultaten van deze test kunt u zien in Bijlage X’’.
De lezer mag in onderzoek niet aangesproken worden. Daarmee laat je je ’stem’ als onderzoeker en verteller horen, terwijl het de bedoeling is om afstand te nemen van het onderzoek. Je hoort jezelf er niet bij te betrekken als auteur of onderzoeker, ten behoeve van de objectiviteit. Slechts in uitzonderlijke gevallen is het gepast om ‘je’ te gebruiken in een scriptie, verslag of onderzoek.

Aan elkaar geplakte woorden

Een van de meest voorkomende fouten of slordigheden, is dat er aan elkaar geplakte woorden of zinnen in de scriptie staan. Beoordelaars zijn allergisch voor slordigheden in een scriptie. Als er grote taalfouten in een scriptie zitten of aan elkaar geplakte zinnen, loop je kans dat je scriptie wordt afgekeurd. Neem je tekst daarom een paar keer goed door om te zien of er geen aan elkaar geplakte zinnen of woorden in zitten. Dit kun je het best doen door de markeringen in Word uit te zetten.

Omslachtige zinnen

De zinnen zijn te omslachtig geformuleerd. Kijk naar deze zin:

‘’Wat in hoofdstuk 5 aangegeven is, is dat de concepten nog niet getest zijn.’’

Deze zin kan compacter, met minder woordverspilling geschreven worden. Bijvoorbeeld op deze manier:

‘’In hoofdstuk 5 is aangegeven dat de concepten nog niet getest zijn.’’

Het is in een scriptie de bedoeling dat je zinnen zo eenvoudig en compact mogelijk formuleert (zonder in spreektaal te vervallen). Dit bevordert de begrijpelijkheid en soepelheid van de tekst. Door gebruik te maken van compacte zinnen, verbeter je ook de stijl en komt de inhoud er sterker uit.

Passieve zinnen

Het gebruik van passieve zinnen is een veelvoorkomende stijlfout in scripties. Passieve zinnen worden gekenmerkt door de hulpwerkwoorden ’zijn’ en ’worden’. In tegenstelling tot de gangbare notie zijn passieve zinnen wel degelijk toegestaan in scripties. Soms zijn ze zelfs nodig. In de leeswijzer kun je haast niet om passieve zinnen heen, bijvoorbeeld in een zin als: ‘’In hoofdstuk 4 worden de resultaten gepresenteerd’’. Vaak zijn passieve zinnen echter onnodig en maken ze een zin te formeel. Een voorbeeld van een onnodige passieve zin:

‘’Er wordt door de participant uitgebreid ingegaan op de vraag over het effectief toepassen van het werkprotocol.’’

Deze zin kan beter zo geschreven worden:

‘’De participant gaat uitgebreid in op de vraag over het effectief toepassen van het werkprotocol.’’

Het gebruik van 'er'

Het onnodig gebruik van het woordje ’er’ in zinnen komt vaak voor in scripties. In de meeste gevallen kan het woord ’er’ weggelaten worden. Er zijn vijf legitieme redenen om dit woord wel te gebruiken. In andere gevallen dient het woord geschrapt te worden. ’Er’ kan gebruikt worden:

  • Als plaatsaanduiding, bijvoorbeeld: ‘’Ik ben in Canada geboren’’/’’Ik ben er geboren’’;

  • In combinatie met een voorzetsel. Dan wordt ‘er’ aan het voorzetsel geschreven en niet los, bijvoorbeeld: ‘’Ik heb op die fiets gezeten’’/’’Ik heb erop gezeten’’. ‘’Ik ben met de koffer weggegaan’’/’’Ik ben ermee weggegaan’’;

  • In combinatie met een telwoord. ‘’Ik heb drie huizen’’/’’Ik heb er tien’’;

  • Als onderwerp van een passieve zin. Zoals gezegd wordt in passieve zinnen gebruikgemaakt van het hulpwerkwoord ’zijn’ of ’worden’. ’Er’ wordt gebruikt in passieve zinnen zonder onderwerp, bijvoorbeeld ‘’er is aangebeld’’ of ‘’er zijn tassen uitgedeeld’’;

  • Als voorlopig onderwerp. Bij dit soort zinnen staat wel een onderwerp in de zin, bijvoorbeeld: ‘’Er staat een koelkast in de keuken’’ (onderwerp = koelkast). ’Er’ staat dan meestal voorop in de zin;

In sommige gevallen is het dus wel nodig om het woord ’er’ te gebruiken, bijvoorbeeld in deze zin: ‘’Op het gebied van mobiliteit zijn er nog veel verbeterpunten’’. Als het woord ’er’ hier weggehaald wordt, klopt de zin niet meer.

Voegwoorden aan het begin van de zin

Zinnen die beginnen met voegwoorden als ‘en’ of ‘maar’ of ‘want’ of ‘omdat’. Voegwoorden zijn woorden die deelzinnen met elkaar verbinden. Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen. Voegwoorden verbinden gewoonlijk een hoofdzin met een voorafgaande hoofdzin. Deze zinnen dienen dan idealiter een samengestelde zin te vormen, met een komma er tussen. Een zin mag wel met een voegwoord beginnen, het is dus geen taalfout, maar het geniet niet de voorkeur. De stijl wordt dan informeel. Het past niet bij zakelijke of wetenschappelijke teksten. Deze dienen namelijk een professioneel karakter te hebben met een hoogwaardige schrijfstijl.

Overbodig gebruik van 'om'

Het onnodig gebruikmaken van het woord ‘om’. In een zinsconstructie waarbij er staat ‘’om…te’’ kan het woord ’om’ veelal weggelaten worden.

Een voorbeeld van een dergelijke zin:

‘’Het is voor het management team lastig (om) te controleren.’’

Omdat in wetenschappelijke teksten formeel taalgebruik wordt gehanteerd, kan ’om’ vaak worden weggelaten. Schrap daarom waar nodig het woord ’om’. ’Om’ mag in formele teksten enkel worden gebruikt als er een doel, bestemming of strekking mee wordt aangeduid, namelijk als het kan worden vervangen door het woord ’teneinde’, bijvoorbeeld in de zin:

‘’Ik ga naar de slager om drie ons vlees te halen’’.

Bijwoorden

Het onnodig gebruik van bijwoorden is ook een veelvuldig gemaakte fout. Goede teksten hebben vaak een minimaal aantal bijwoorden. Bijwoorden staan ‘lelijk’ in de tekst en zijn veelal onnodig. Een voorbeeldzin:

‘’Veel studenten volgen vaak de lessen, ook omdat ze heel erg leerzaam zijn.’’

In deze zin zitten overbodige bijwoorden, namelijk ’vaak’, ’ook’, ’heel’ en ’erg’. ’Veel’ is een overbodig bijvoeglijk naamwoord.

Een zin zonder al deze overbodige woorden zou er als volgt uit kunnen zien:

‘’Studenten volgen lessen omdat de lessen leerzaam zijn.’’

Onnodig gebruik van 'ook'

Het woord ’ook’ wordt vaak onnodig gebruikt, bijvoorbeeld in deze zin: ‘’Maar mensen doen ook vaak de meest vreemde dingen’’. Het woord ’ook’ heeft in deze zin geen enkele functie en dient geschrapt te worden.

Het komt in scripties veelvuldig voor dat er te veel onnodige woorden worden gebruikt, waardoor de tekst stroef leest en langdradig is. Schrap dan ook woorden als ’wel’, ’weer’, ’ook’, ’toch’, ‘eigenlijk’, et cetera wanneer de zin dat toelaat. Een voorbeeld van een zin waarin het overbodige woord ‘wel’ is gebruikt: ”Respondent X gaf aan het wel interessant te vinden meer informatie te kunnen zien van de voeding die hij eet en de waardes ervan.’’ Het woord ‘wel’ heeft hier geen functie en kan geschrapt worden.

'Belangrijk' versus 'van belang'

Het gebruik van het woord ’belangrijk’. Dit woord dient meestal veranderd te worden in ’van belang’, bijvoorbeeld:

‘’Het is belangrijk dat het management rekening houdt met de ontevredenheid op de werkvloer.’’

Deze zin kan beter zo geschreven worden:

‘’Het is van belang dat het management rekening houdt met ontevredenheid op de werkvloer.’’

Een dergelijke zin staat formeler.

Verkeerd gebruik van verwijswoorden

Een taalfout die in scripties veel voorkomt gemaakt is het verkeerd gebruik van de woorden ’die’ en ’dat’. Een voorbeeldzin:

‘’Deze sleutel moet overeenkomen met dat van de subscribers.’’

In deze zin is het woord ’dat’ gebruikt, terwijl het ’die’ had moeten zijn:

‘’Deze sleutel moet overeenkomen met die van de subscribers.’’

Verkeerd verwijzen naar bedrijven

Soms wordt er in meervoud verwezen naar bedrijven. Bijvoorbeeld in de zin:

‘’Het fonds moet dus op zoek naar manieren om hun potentiële klanten zo effectief mogelijk te bereiken, zodat ze donateurs aan zich kunnen binden.”

Er wordt hier overgeschakeld op meervoud, terwijl ’Het fonds’ enkelvoud is. Deze zin dient dus zo te worden geschreven:

‘’Het fonds moet dus op zoek naar manieren om potentiële klanten zo effectief mogelijk te bereiken, zodat het donateurs aan zich kan binden.”

Hulp van professionals

Ben je op zoek naar professionals die ervoor kunnen zorgen dat jouw scriptie, verslag of onderzoeksopzet wél aan het vereiste (taal)niveau voldoet? Scriptium heeft correctoren in dienst met veel ervaring op het gebied van het nakijken van scripties en corrigeren van taalfouten. Jaarlijks roepen duizenden studenten onze hulp in. Wij staan 7 dagen per week voor je klaar.

3 reacties

  1. Hallo Mohamed,
     
    Bedankt voor je vraag.
     
    Er zijn 6 niveaus:
     

  2. A1
  3. A2
  4. B1
  5. B2
  6. C1
  7. C2
  8.  
    Een hbo-student dient minimaal te beschikken over het taalniveau B2. Voor universitair studenten geldt minimaal niveau C1. B2 betekent:
     

  9. – Duidelijke beschrijvingen kunnen geven en meningen kunnen verkondigen over de meeste algemene onderwerpen.
  10. – Vrij uitgebreide beheersing van de grammatica.
  11. – Geen fouten maken die de begrijpelijkheid in de weg staan.
  12. – Duidelijke, begrijpelijke en lopende teksten kunnen schrijven, waarbij tekstconventies zoals indeling van paragrafen worden toegepast.
  13. – Spelling en interpunctie zijn redelijk accuraat.
  14. – Een gelimiteerd aantal middelen voor tekstcohesie wordt aangewend om de uitingen van de schrijver te verbinden tot een heldere, coherente tekst.
  15.  
    C1 betekent:
     

  16. – Kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn.
  17. – Kan lange en complexe feitelijk en literaire teksten begrijpen. Kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen.
  18. – Kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij subthema’s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
  19. – Kan zich in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten.
  20.  
    Zo’n 25% van de bevolking heeft B2 of hoger. Ongeveer 10% heeft C1 of hoger.
     
    Je kunt op internet een test doen om te bepalen welk taalniveau je hebt.

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?