- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
Validiteit als eis
Een onderzoek moet volgens wetenschappelijke richtlijnen betrouwbaar, relevant en in hoge mate valide zijn. Validiteit is de mate waarin de resultaten van je onderzoek overeenkomen met de feiten in de realiteit. Als je de validiteit van de scriptie beoordeelt, vraag je jezelf af of het onderzoek wel gemeten heeft wat je wilde meten. Je werpt dus een kritische blik op je onderzoeksmethodiek, -instrument, -opzet en de variabelen in het onderzoek.
Het is overigens niet zo dat een onderzoek ofwel valide of niet valide is. In principe is elk onderzoek in bepaalde mate valide. De resultaten weerspiegelen immers altijd wel enigszins de werkelijkheid. Maar het ene onderzoek heeft meer validiteit dan het andere.
Validiteit in je scriptie
Als je de validiteit in je scriptie bespreekt, dien je dus te onderbouwen waarom jouw onderzoeksinstrument heeft gemeten wat het moet meten. Je verklaart je keuzes en gaat na waar in jouw onderzoek bias te vinden is. ‘Bias’ is de academische term voor systematische fouten in je onderzoek die zorgen dat je onderzoek in validiteit afneemt.
Het is van belang om je te realiseren dat ‘volledige validiteit’ vrijwel niet bestaat. Bij volledige validiteit zou jouw onderzoeksinstrument een exacte replica van de situatie in de werkelijkheid moeten zijn, en dat is onmogelijk. Enkel en alleen in het feit dat je de werkelijkheid nabootst ontstaat al bias.
Soorten validiteit
Er bestaan verschillende vormen van validiteit. Niet alle onderwijsinstellingen eisen dat je aandacht besteedt aan alle soorten. Het is dus aan te bevelen de validiteit van je onderzoek te bespreken met je scriptiebegeleider voordat je aan je onderzoeksopzet begint. Scriptiebegeleiders van Scriptium kunnen je tevens helpen bij het verminderen van bias in je onderzoek
Soorten validiteit - onderzoeksinstrument
Laten we eerst de verschillende soorten validiteit die van invloed zijn op je onderzoeksinstrument benoemen. Het onderzoeksinstrument is het middel waarmee je jouw onderzoek uitvoert. Dit kunnen bijvoorbeeld interviews of enquêtes zijn.
- Indruksvaliditeit
Indruksvaliditeit wordt ook wel schijnvaliditeit genoemd. Een onderzoeksinstrument heeft indruksvaliditeit als het op het eerste gezicht valide lijkt. Je werpt als het ware snel een blik op de interviewvragen en ziet dan dat de vragen overeen lijken te komen met het onderzoeksonderwerp. Het onderzoeksinstrument wekt dan de schijn op valide te zijn, terwijl dat op wetenschappelijk niveau niet zo hoeft te zijn.
- Inhoudsvaliditeit
Inhoudsvaliditeit houdt zich bezig met de ‘dekking’ van je onderzoek. Als je onderzoeksinstrument een hoge mate van inhoudsvaliditeit heeft, dan komen alle te onderzoeken aspecten van het onderwerp aan bod. Onderzoek je bijvoorbeeld de klanttevredenheid van een nieuwe wasmachine, dan dien je middels beschikbare theorie uit te zoeken welke vragen er in een enquête gesteld moeten worden om klanttevredenheid te onderzoeken. Als al deze vragen en vragen over de wasmachine in je enquête opgenomen zijn, heb je jouw inhoudsvaliditeit gewaarborgd.
- Begripsvaliditeit (constructvaliditeit)
Deze vorm van validiteit is voornamelijk relevant voor kwalitatief onderzoek naar meningen. Een simpel voorbeeld van ontbrekende begripsvaliditeit is als je het gewicht van iets probeert te meten in meters. Het is algemeen wetenschappelijk vastgesteld dat kilogrammen geschikt zijn voor het meten van gewicht en iedereen heeft een universeel idee van wat, bijvoorbeeld, één kilogram is.
Bij kwalitatief onderzoek zijn er vaak geen eenduidige meeteenheden voor bijvoorbeeld ‘tevredenheid’, ‘uitstraling’ of ‘sfeer’. Om de begripsvaliditeit van je onderzoek te waarborgen, dien je dit soort begrippen dus te definiëren/operationaliseren voor de onderzoeksparticipanten.
- Criteriumvaliditeit
Criteriumvaliditeit waarborg je door uitvoerig literatuuronderzoek te doen. Deze validiteit is van toepassing op de mate waarin de resultaten van het onderzoek aansluiten op en bij resultaten uit eerder, vergelijkbaar onderzoek.
- Ecologische validiteit
Ecologisch valide onderzoeksinstrumenten worden toegepast op de plek en wanneer de situatie overeenkomt met de werkelijkheid. Als je de reactie van medewerkers wilt meten als ze moeten werken tijdens heet zomerweer, dien je in een ideale situatie de interviews/enquêtes af te nemen in soortgelijk zomerweer.
Soorten validiteit - onderzoeksresultaten
De volgende soorten validiteit zijn van invloed op je resultaten in het algemeen:
- Interne validiteit
Een hoge interne validiteit waarborg je door de onderzoeksmethode academisch te onderbouwen, door aan alle vorige vormen van validiteit te voldoen. Een hoge interne validiteit zorgt voor kwalitatief hoge onderzoeksresultaten.
- Externe validiteit
Externe validiteit wordt ook wel generaliseerbaarheid genoemd. Nadat je onderzoek is uitgevoerd, stel je vast hoe generaliseerbaar de onderzoeksresultaten zijn.
Hoe waarborg je de validiteit in je onderzoek?
Doorgaans hoef je in je scriptie niet per type validiteit aan te geven hoe je de validiteit hebt gewaarborgd. Met waarborgen wordt bedoeld dat je aangeeft wat je hebt gedaan om de validiteit te verhogen. Hieronder staan vijftien manieren waarmee je de validiteit in het onderzoek kunt waarborgen:
-
Je hebt een vragenlijst gebruikt die al gevalideerd is geweest in ander gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek.
-
Je hebt de vragenlijst eerst als proef voorgelegd aan enkele testpersonen, bijvoorbeeld klasgenoten en/of je scriptiebegeleider. Dit om te weten of ze de vragen begrepen. Op basis daarvan heb je wel of geen aanpassingen gedaan.
-
De vragen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke concepten en/of variabelen uit je theoretisch kader.
-
Je hebt de vragen geoperationaliseerd (meetbaar gemaakt).
-
Je hebt participanten geobserveerd in hun eigen werkomgeving.
-
Je resultaten corresponderen met die van eerder wetenschappelijk onderzoek.
-
De aspecten van hetgeen je wilde meten, zijn ook in eerder onderzoek gebruikt.
-
Je hebt een enquête afgenomen of interviews gehouden bij degenen die relevante zaken over het onderwerp konden vertellen.
-
De geïnterviewden hebben de vragen beantwoord in een ruimte waarin ze niet door andere zaken afgeleid werden.
-
Er zijn open en niet-suggestieve vragen gesteld.
-
Je hebt de kans op sociaal wenselijke antwoorden verlaagd door aan te geven dat de respondenten of geïnterviewden anoniem in het onderzoek zouden worden opgenomen.
-
Je hebt voldoende doorgevraagd tijdens de interviews, zodat je geen aspecten van het probleem hebt gemist.
-
Je hebt de antwoorden van de interviews achteraf voorgelegd aan de geïnterviewden om na te gaan of hun antwoorden correspondeerden met wat ze daadwerkelijk wilden zeggen.
-
Je hebt de interviews opgenomen, zodat je ze een paar keer kon beluisteren voordat je ze uitschreef.
-
Je hebt de meest geschikte onderzoeksmethode gehanteerd om de resultaten te verkrijgen waarmee je antwoord kunt geven op de onderzoeksvraag. Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe vaak per jaar Nederlanders door rood rijden, is een kwantitatief onderzoek geschikter dan een kwalitatief onderzoek.
Hulp van een professional
Heb je moeite met het schrijven van je scriptie? Lukt het niet om de validiteit goed te waarborgen? Dan is het wellicht een idee om scriptiebegeleiding van Scriptium in te schakelen. Onze begeleiders kunnen uitstekend helpen met het opzetten en verbeteren van je onderzoek. Daarbij staan ze 7 dagen per week voor je klaar.
Ik moet van mijn docentbegeleider juiste literatuur gebruiken om validiteit van praktijkgericht onderzoek te onderbouwen. Nu is het zo dat behalve een paar sites ik verder niet veel literatuur kan vinden (die ook betrouwbaar is), behalve deze site om te onderbouwen waarom ons onderzoek behoorlijk valide is. Hebben jullie tips?
(Vaak heb ik namelijk geen toegang etc)
Hallo Debora. Dank voor je vraag. Een tip kan zijn om de samenvattingen te lezen van officiële literatuur, bijvoorbeeld wetenschappelijke tijdschriften waar je geen toegang toe hebt. Vervolgens literatuur lezen die met het onderwerp te maken heeft en deze gebruiken om je scriptie/theoretisch kader op te bouwen. Maar dan alsnog als bron de officiële literatuur gebruiken. Het is niet de ideale manier, maar als je echt geen budget hebt om officiële wetenschappelijke artikelen te kopen, dan is dit één van de weinige dingen die je kunt doen. Maar normaal gezien zou je via je school gratis toegang moeten hebben tot sites waarop wetenschappelijke literatuur te vinden is.