Theoretische basis

Het theoretisch kader is een belangrijk onderdeel van je scriptie. In dit onderdeel beschrijf je wat er in de literatuur te vinden is over het onderwerp van je scriptie. Deze literatuur bestaat vaak uit wetenschappelijke artikelen of boeken. In het theoretisch kader vertel je wat er al bekend is over het onderwerp en hoe je hier verder onderzoek naar kunt doen.

Het literatuuronderzoek is vaak een lastig onderdeel en vergt veel tijd. Je leest zoveel mogelijk relevante literatuur over het onderwerp. Vervolgens zul je moeten bepalen wat interessant genoeg is om toe te voegen aan je theoretisch kader. Daarna zul je deze informatie zo moeten omschrijven dat het voor de lezer te begrijpen is op welke kennis de scriptie is gebaseerd. Voor het theoretisch kader wordt vaak geadviseerd om een zogenoemde trechtervorm te gebruiken. Maar wat is een theoretisch kader in trechtervorm precies? En hoe schrijf je een theoretisch kader aan de hand van deze trechtervorm?

Wat is een trechtervorm?

We gaan het niet ingewikkelder maken dan nodig is. Een trechtervorm is de vorm van een trechter. Zo een waarmee je bijvoorbeeld motorolie aan de auto kunt toevoegen zonder te morsen. Aan de bovenkant is de trechter breed en aan de onderkant is deze smal. Dit principe kun je vervolgens toespitsen op je scriptie.

Je begint breed bij het doen van literatuuronderzoek. Vervolgens zoom je steeds wat meer in op jouw domein en eigen onderzoek. De trechter komt uiteindelijk onderaan bij de probleemstelling en onderzoeksvragen uit. Met andere woorden, je koppelt de behandelde theorie weer terug naar de probleemstelling en hoofdvraag. Daarmee toon je aan dat je logische verbanden kunt trekken, en dat het theoretisch kader niet zomaar een losse verzameling is van allerlei theorieën en modellen. Uiteindelijk komt het de kwaliteit van je onderzoek ten goede.

Hoe schrijf je deze trechtervorm?

Voordat je zomaar begint te schrijven aan je scriptie, zul je even een stapje terug moeten doen. Ga je te snel van start, dan kan het schrijven van het theoretisch kader ontsporen en is de kans aanwezig dat je opnieuw moet beginnen. Dat willen we natuurlijk voorkomen. Zorg dat je eerst voldoende literatuur hebt gelezen en voldoende kennis hebt opgedaan over het onderwerp waar je de scriptie over schrijft. Je zult makkelijker schrijven als je al iets weet van het onderwerp.

Wanneer je voldoende literatuur hebt gelezen, kun je beginnen met de opbouw van het theoretisch kader. Heb je de structuur opgezet, dan is het eindelijk tijd om te gaan schrijven. Wees ervan bewust dat de kans groot is dat je tijdens het schrijven nog onderdelen of informatie mist en alsnog meer literatuur moet lezen. Het is allemaal onderdeel van het proces. Aan de hand van de volgende stappen kun je het theoretisch kader in een trechtervorm schrijven.

Als het goed is heb je je hoofdvraag al geformuleerd. De onderzoeksvragen bevatten begrippen en concepten. Deze begrippen en concepten kun je gebruiken om te bepalen wat er bovenaan de trechter komt (aan het begin van het theoretisch kader). Een voorbeeld van een hoofvraag is:

‘In hoeverre dragen educatieve games bij aan de motivatie van tieners met diabetes om hun behandeling op te volgen?’

Er zijn een aantal concepten/begrippen waarop we nu het theoretisch kader kunnen bouwen. Dit zijn educatieve games, motivatie, diabetes en behandeling.

Met welke wetenschappelijke informatie begint de lezer met het lezen van de theorie? Dit kan zijn een bepaalde denkstroom, een voorgaand onderzoek dat over hetzelfde onderwerp gaat, of een brede uitleg over het onderwerp. Terug naar ons voorbeeld. We zullen dus moeten bepalen welke theorieën we eerst behandelen. Op basis van bovenstaande begrippen is het logisch om te beginnen met het beschrijven van wat educatieve games zijn en welk doel ze dienen. Dit wordt dus de brede bovenkant van de trechter.

We zijn dus begonnen met het beschrijven van wat educatieve games zijn en waarvoor ze gebruikt worden. We trechteren vervolgens verder naar educatieve games in de zorg: waarvoor worden educatieve games in de zorg gebruikt? Eén van de toepassingen ervan is bijvoorbeeld dat patiënten hun behandelplan beter opvolgen. Je kunt hier ook vertellen over digitale toepassingen in de zorg (Ehealth).

Omdat de hoofdvraag gaat over diabetes, spitsen we de theorie toe op het gebruik van educatieve games bij patiënten met diabetes. We zoeken dus in de literatuur welke theorieën en studies daar specifiek over gaan.

Het gaat vervolgens om het verhogen van de motivatie door middel van educatieve games bij het volgen van een behandeling. Daarom zoeken we literatuur die specifiek gaat over het verhogen van de motivatie bij diabetespatiënten via educatieve games. Ten slotte trechteren we verder naar tieners binnen deze groep. We gebruiken literatuur en onderzoeken over educatieve games bij diabetes die de motivatie van tieners kunnen verhogen.

Als laatste stap koppel je de theorie aan de hoofdvraag en probleemstelling. Dit is het tuitje van de trechter. Je maakt dus duidelijk waarom de eerder behandelde concepten, theorieën en/of modellen besproken zijn, in het licht van je hoofdvraag of probleemstelling. Dit kan bijvoorbeeld in een deelconclusie aan het eind van het theoretisch kader. Aan de hand van de trechterconstructie heb je uiteindelijk (globaal) de verbanden getrokken die getrokken moeten worden.

Bij het opstellen van het theoretisch kader in een trechtervorm is het belangrijk om te weten dat er niet één juiste manier is. Hoe je theoretisch kader er uiteindelijk uit komt te zien, is afhankelijk van het onderwerp van de scriptie en je persoonlijke voorkeuren.

Hulp van een professional

Een goed onderzoek bevat een theoretisch kader dat logisch en gestructureerd is opgebouwd. Daarbinnen dienen de juiste verbanden te worden getrokken. Het gebeurt meer dan eens dat een scriptie wordt afgekeurd op een gebrekkig theoretisch kader. Twijfel je aan het niveau van je literatuuronderzoek? Dan kun je deze door Scriptium laten nakijken. Onze experts hebben al meer dan 10.000 studenten geholpen bij het schrijven en verbeteren van hun onderzoek.  

4 reacties

  1. Hallo, ik heb een andere manier gebruikt dan de trechtervorm in mijn scriptie. Ik heb eerst begrippen gedefinieerd, daarna ben ik ingegaan op een aantal theorieën, en daarna heb ik twee modellen schematisch weergegeven. Heb ik hiermee juist gedaan? Ik heb niet van breed naar smal gewerkt.

  2. De trechtervorm is één manier om je theoretisch kader op te stellen. Je kunt ook een andere manier gebruiken, zoals jij het bijvoorbeeld hebt gedaan. Het hangt ook af van het onderzoek dat je doet op welke manier je het best een theoretisch kader opstelt. Als je bijvoorbeeld hooguit drie belangrijke modellen voor je onderzoek wilt bespreken, dan hoef je niet per se van breed naar smal te werken. Een voorbeeld is een marketingscriptie waarbij je de marketingmix gebruikt, het DESTEP-model en Porters vijkrachtenmodel. Er is dan niet echt een hiërarchische onderverdeling van de theorie, van breed naar smal. De trechtervorm is handig bij bepaalde onderzoeken en studies. Bijvoorbeeld psychologie onderzoeken, waarbij je steeds meer toespitst naar jouw specifieke experiment. 

  3. Hallo Scriptium,

    Een fijn artikel waar ik veel aan heb! Jullie zeggen dat je bij het tuitje van de trechter de theorie moet terugkoppelen. Kunnen jullie aangeven hoe dat precies moet gebeuren? Dank alvast voor het antwoord!

  4. Dat is een goede vraag. Als het een praktijkgericht onderzoek is, kun je je bij de gebruikte theorie en modellen steeds afvragen: op welke manier is deze theorie of dit model bruikbaar ter beantwoording van de hoofdvraag of voor de oplossing van het probleem? Vervolgens beschrijf je dit. Het gaat dus om de (praktische) toepasbaarheid van de theorie binnen de kaders van je onderzoek. Soms kun je een model direct toepassen/gebruiken in je onderzoek. Een simpel voorbeeld is de bespreking van het vijkrachtenmodel van Porter. Dat bestaat uit:
     

  5. – De macht van leveranciers
  6. – De macht van consumenten
  7. – De mate waarin substituten verkrijgbaar zijn
  8. – De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
  9. – De interne concurrentie van spelers op de markt
  10.  
    Voor je onderzochte bedrijf bespreek je dan steeds de vijf krachten/machten in de specifieke context van je bedrijf. 

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?