Wat is een theoretisch kader?

Het theoretisch kader is een vast onderdeel van je scriptie, wat het onderzoek van je scriptie een goed wetenschappelijk fundament geeft en alle handvatten biedt voor de rest van je scriptie. Tijdens het schrijven van een theoretisch kader ga je van start met een literatuuronderzoek, met als doel om meer te leren over het onderwerp van je scriptie. Hierbij ga je aan de slag met de literatuurlijst en zal je de begrippen in je scriptie gaan definiëren. In het theoretische kader presenteer je vervolgens relevante begrippen en de daar bijbehorende definities, modellen en theorieën ten aanzien van het onderwerp van je scriptie. Daarnaast heb je als het goed is inmiddels de probleemanalyse opgesteld met de hiervoor relevante probleemstelling en deelvragen. In het theoretische kader zal je deze deelvragen ook gaan beantwoorden.

Het doel van een theoretisch kader

Na het opstellen van de probleemstelling en de onderzoeksvragen ga je jouw onderzoek inkaderen. Dit doe je door te onderzoeken en vervolgens te beschrijven welke theorieën en modellen er zijn met betrekking tot je onderwerp en welke je zult gaan gebruiken voor je onderzoek. Door het maken van de keuzes betreffende welke theorieën en modellen je zult gaan gebruiken wordt duidelijk welke specifieke richting je onderzoek op zal gaan. Vervolgens dien je in een theoretisch kader te beargumenteren waarom je ervoor hebt gekozen om de desbetreffende theorieën en modellen te gebruiken in je onderzoek. Zo geef je meteen aan je niet zomaar je hele scriptie uit je duim zuigt maar dat je onderzoek toch echt gebaseerd is op wetenschappelijke theorie.

Hoe pak je de inhoud van een theoretisch kader aan?

Alles begint bij het afbakenen van de probleemstelling, onderzoeksvragen en deelvragen. Je introduceert de kernbegrippen uit de probleemstelling en deelvragen waarna je op zoek gaat naar alle informatie die over deze kernbegrippen in de wetenschappelijke theorie te vinden is. Deze wetenschappelijke theorie vind je in wetenschappelijke boeken en artikelen en bijvoorbeeld in andere reeds verrichte onderzoeken. Dit geeft vorm aan je literatuuronderzoek.

Voorbeeld uitwerking kernbegrippen

Unaniem Management is een middelgroot bedrijf met verschillende medewerkers op verschillende niveaus. Echter, op het midden-managementniveau wordt aangegeven dat de werkdruk te hoog is, waardoor er veel langdurig zieke medewerkers zijn. Dit zorgt voor instabiliteit en de organisatie wil graag het beleid aanpassen waardoor de midden-managers minder zware werkdruk ervaren.

Om dit probleem te onderzoeken, heb je de volgende probleemstelling, doelstelling, hoofdvraag en deelvragen opgesteld:

Probleemstelling: Veel midden-managers van Unaniem Management geven aan dat de werkdruk te hoog is en ze melden zich daardoor ziek.

Doelstelling: Inzicht verkrijgen in de redenen waarom de werkdruk te hoog is, zodat op basis hiervan nieuw beleid kan worden ontworpen.

Hoofdvraag: ‘Waarom ervaren midden-managers van Unaniem Management een te hoge werkdruk?’

Deelvragen:

  • Hoe ontstaat een te hoge werkdruk binnen middelgrote bedrijven?

  • Wat zijn de factoren die leiden tot een te hoge werkdruk bij midden-managers van Unaniem Management?

  • Hoe kan de werk- en privébalans van midden-managers van Unaniem Management verbeterd worden?

De begrippen ‘werkdruk’ en ‘werk- en privébalans’ zijn erg belangrijk in dit onderzoek en moeten worden gemeten. Om deze reden zijn dit de kernbegrippen die moeten worden afgebakend in het theoretisch kader.

Het opstellen van je theoretisch kader

Nadat je de kernbegrippen hebt geselecteerd en de definities van deze kernbegrippen hebt uitgewerkt aan de hand van de wetenschappelijke theorie, is het tijd voor de volgende stap. Met dank aan het literatuuronderzoek ben je er nu achter hoe de kernbegrippen worden gedefinieerd. Hierop kies je de definitie die goed aansluit bij de richting waar jij met jouw onderzoek heen wilt. Nu je zowel bekend bent met de kernbegrippen als met de definitie ga je de hiervoor relevante theorieën en modellen beschrijven. Daarnaast beargumenteer je waarom je deze theorieën en modellen wel of niet gebruikt. De wijze waarop je met deze factoren aan de slag gaat omschrijf je niet hier, maar pas later in de onderzoeksmethodologie. Tenslotte dien je eventuele relaties tussen begrippen te benoemen.

Niet vergeten: je geraadpleegde bronnen benoemen in de stijl die bij jouw opleiding wordt gehanteerd. Voor veel studies is deze referentiestijl de APA-stijl. Let er ook op dat jouw bronnen niet uit de oertijd stammen. Bij elk nieuw onderzoek is het van belang dat je de bronnen gebruikt die recent zijn. Natuurlijk verschilt het per opleiding wat wel en niet relevante en recente literatuur is. Dit is natuurlijk ook logisch, een boek uit 2010 over Social Media Branding is bijvoorbeeld in de huidige maatschappij niet meer de meest bruikbare bron voor een scriptie over social media marketing, gezien dit onderwerp constant in ontwikkeling is. Maar een boek uit 2010 over Nederlandse 17e-eeuwse geschiedenis kan in de basis nog prima als recent worden gezien, zolang het maar aangevuld wordt door recentere wetenschappelijke artikelen.

Wat kun je nog meer behandelen in je theoretisch kader?

Zoals vermeld is de inhoud van je theoretisch kader grotendeels afhankelijk van je onderwerp of studierichting. Zo kun je bijvoorbeeld ook een uitgebreide stand van zaken op het gebied van jouw onderzoeksonderwerp presenteren. Controleer dus goed van tevoren wat de specifieke eisen zijn van jouw studie en wat de verwachtingen zijn van je begeleider.

In een analyse van het onderzoeksveld presenteer je vergelijkbare onderzoeken die betrekking hebben op het probleem dat je aanpakt. Zo wordt het duidelijk hoe jouw onderzoek zich verhoudt tot de bestaande kennis over het probleem.

Je kunt de volgende additionele punten behandelen in een uitgebreider overzicht:

  • De discussies die in de literatuur bestaan over het onderwerp.

  • Een behandeling van de methoden, theorieën en modellen die zijn toegepast door de auteurs, met daarbij een reflectie op de geschiktheid voor je eigen onderzoek.

  • Een analyse van de overeenkomsten en verschillen tussen jouw onderzoek en eerder verschenen studies.

  • Een uitleg van op welke manier jouw onderzoek iets toevoegt aan de bestaande kennis over een onderwerp. Jouw onderzoek kan bijvoorbeeld een bestaande theorie testen in een specifieke context, een bestaande theorie gebruiken als basis voor de interpretatie van je eigen resultaten, een kritische reflectie op een bestaande theorie geven, of verschillende theorieën combineren op een nieuwe manier.

Welke soorten onderzoeksvragen beantwoord je in een theoretisch kader?

Aan de hand van je literatuuronderzoek krijg je een algemeen beeld van het antwoord op je hoofdvraag. Vaak betekent dit dat je nu in staat bent om in grote lijnen op de onderzoeksvragen antwoord te geven, maar op de praktische deelvragen nog niet, omdat dit verder onderzoek vereist. Bovendien kun je het literatuuronderzoek gebruiken om een hypothese op te stellen of juist om jouw opgestelde hypothese te bevestigen of te ontkrachten. Je theoretisch kader helpt je verder om in de volgende hoofdstukken de specifieke deelvragen te beantwoorden.

Daarnaast kun je in je theoretisch kader beschrijvende onderzoeksvragen beantwoorden waarvoor alleen literatuuronderzoek nodig is. Je kunt bijvoorbeeld aan de hand van literatuur prima een antwoord formuleren op de vraag ‘Wat zijn voorwaarden voor een goede balans tussen werk en privé in middelgrote bedrijven?’

Dit geldt niet voor vragen waarvoor duidelijk veldonderzoek nodig is. Bijvoorbeeld: ‘Hoe ervaren de werknemers van Unaniem Management hun balans tussen werk en privé?’

Wanneer je toetsend onderzoek doet en hypothesen hebt opgesteld, kun je de theorie gebruiken om een hypothese te verwerpen of aan te nemen. Je kunt de literatuur juist ook gebruiken om een hypothese op te stellen. In een later stadium in je onderzoek test je dan de hypothesen aan de hand van kwalitatief of kwantitatief onderzoek.

Hieronder zie je een handig overzicht van wat je wel en niet in je theoretisch kader kunt behandelen.

Wel Niet
Behandeling van de relevante literatuur.
De doelstelling, probleemstelling en onderzoeksvraag.
Behandeling van relevante bestaande theorieën en modellen.
De beantwoording van alle deelvragen wanneer het onderzoek ook een veldonderzoek heeft.
De basis voor hypotheses en kwalitatief of kwantitatief onderzoek in een later stadium.
De behandeling van irrelevante literatuur.
Antwoord op beschrijvende deelvragen.
Antwoord op vragen waarvoor veldonderzoek nodig is.

Hulp van een professional

Twijfel je aan het niveau van je theoretisch kader? Heb je moeite met het verwerken van het commentaar van je beoordelaar? Schakel dan professionele scriptiehulp van Scriptium in. Onze experts hebben al meer dan 10.000 studenten geholpen bij het schrijven en verbeteren van hun scriptie. Daarbij staan zij 7 dagen per week voor je klaar. 

5 reacties

  1. Hoe lang moet een theoretisch kader zijn? Ik heb nu zo’n twintig pagina’s, maar ik moet denk ik gaan schrappen. Omdat mijn scriptie anders te lang word.

  2. Hallo Ernst,
     
    Er zijn geen eenduidige regels als het gaat om de lengte van een theoretisch kader. Dat is mede afhankelijk van het aantal woorden dat je totale scriptie moet hebben, de eisen van je opleiding, het soort onderzoek, de onderzoeksvraag, de opbouw van je scriptie, en je eigen keuze. Als je toch een indicatie wilt hebben, dan zou ik zeggen tussen de 4 en 12 pagina’s. Als je scriptie te lang is, dan kun je onze tips lezen voor het verkorten van je onderzoek.

  3. Ik heb een aantal modellen gebruikt, maar mijn begeleider vindt vindt het teveel een samenvatting, alsof het een beetje los staat van elkaar ook. Ik weet eigenlijk niet hoe ik dit het best moet aanpakken. Zouden jullie mij tips kunnen geven?

  4. Hallo Damedeetje,
     
    Bedankt voor je vraag. Het is inderdaad van belang dat je theoretisch kader niet als een losse samenvatting van modellen en/of theorieën leest. Om dit te voorkomen kun je de gebruikte theorie terugkoppelen naar je probleemstelling en/of deelvragen. Zo ontstaat er samenhang. Ook is het goed om je theoretisch kader kort in te leiden. Je beschrijft dan wat er zal worden besproken. Zo kader je de theorie in en breng je structuur aan. Daarnaast kun je de trechtervorm gebruiken, zodat je van breed naar smal gaat en de theorie/literatuur steeds wordt afgeleid uit de voorgaande theorie. Je kunt ons artikel over het theoretisch kader in trechtervorm lezen om een goede structuur in je literatuurhoofdstuk te maken. 

  5. Hi, ik moet de marketingmix (6p’s) goed uitleggen en ook met de kenmerken, strategieën en voorbeelden hebben jullie daar een samenvatting van

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?