- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
De start
Starten met het schrijven van je scriptie is misschien wel één van de moeilijkste stappen in het scriptieproces. Het zoeken van een interessant onderwerp is best een klus. Het vinden van nuttige artikelen neemt veel tijd en beslag. En waar begin je eigenlijk met schrijven? Voor veel studenten voelt het als een onbegonnen werk, en dat is niet zo gek.
Je scriptie is het grootste project van de studie en is veel studiepunten waard. Daarbij komt dat het heel wat uren werk vereist. Het is daarom belangrijk dat je dit grote project opdeelt in kleine stukken en ervoor zorgt dat je per onderdeel een beeld hebt van wat je daarvoor moet doen.
In dit artikel bespreken we het stappenplan dat je nodig hebt om succesvol van start te gaan met je scriptie. We laten zien waar je het beste mee kunt beginnen. Aan het eind bespreken we ook korte handelingen die je aan het begin kunt doen, en waar je later in het proces profijt van hebt. We lopen de stappen door vanaf het begin. Als je echter al een onderwerp hebt, kun je de eerste stappen overslaan.
Stap 1: kies je voor een bedrijf of voor je school
Bij het starten met het schrijven van je scriptie moet je eerst beslissen of je de scriptie voor een bedrijf of voor je onderwijsinstelling schrijft. Soms heb je hier geen keuzevrijheid in. Dan wordt vanuit school bepaald dat je de scriptie bij een bedrijf of juist niet bij een bedrijf moet schrijven. Als je wel keuzevrijheid hebt, is het belangrijk om hier goed over na te denken.
Beide opties hebben namelijk hun voor- en nadelen. Zo kan het fijn zijn om alvast een kijkje te nemen bij een bedrijf dat jou interessant lijkt en er werkervaring op te doen. Dat is goed voor je contacten en een mooie toevoeging op je cv. Het nadeel van het schrijven van een scriptie voor een bedrijf, is dat het bedrijf soms andere dingen in je scriptie terug wil zien dan je scriptiebegeleider. Ook wordt verwacht dat je een deel van de tijd meewerkt in het bedrijf. Dit kan lastig zijn, gezien je vaak minstens 40 uur per week bezig bent met je scriptie. Hierdoor kun je tijd tekort komen om aan je onderzoek en verslag te zitten.
Het is op de eerste plaats belangrijk dat je rekening houdt met de eisen en voorwaarden van je opleiding ten aanzien van de scriptie en het scriptieproces. Ook is het zo dat de aard van je scriptie verandert afhankelijk van de keuze voor een bedrijf als opdrachtgever of wanneer je de scriptie onafhankelijk van een opdrachtgever schrijft.
Als je schrijft voor een opdrachtgever, spits je het onderzoek toe op diens specifieke situatie. Het onderzoek is dan ook automatisch afgebakend. Je wordt daarnaast geholpen in je onderwerp- en methodekeuze door het bedrijf zelf. Je gaat immers een concrete situatie binnen het bedrijf onderzoeken. Het nadeel hiervan is dat specifieke bedrijfssituaties niet altijd even goed aansluiten op wat er wetenschappelijk en academisch bekend is. Hierdoor ontstaat een moeilijk te vullen gat tussen het theoretisch kader en de rest van het onderzoek. Als je niet met een opdrachtgever werkt, kun je veel meer zelf richting geven aan je onderzoek. Je kunt ook meer bijdragen aan het academisch veld en hoeft je minder bezig te houden met het waarborgen van objectiviteit in het onderzoek.
Stap 2: onderwerp bedenken
Als je eenmaal weet waar je de scriptie over gaat schrijven, is het natuurlijk erg belangrijk om een onderwerp uit te kiezen dat je leuk vindt. Het dient ook niet te breed of te beperkt te zijn. Daarnaast moet het iets toevoegen aan de literatuur of het bedrijf waarvoor je schrijft (of beide). Bespreek je onderwerpkeuze goed met je scriptiebegeleider.
Zorg dat het duidelijk is voor alle betrokkenen (begeleiders, opdrachtgevers, participanten) wat je precies gaat onderzoeken. Misverstanden in het begin kunnen aan het eind van de scriptie voor problemen zorgen. Het kan ook zijn dat je al een tijd bij een bedrijf meeloopt en dat je daar ‘op zoek’ gaat naar een onderwerp. Wellicht in samenwerking met het bedrijf en je begeleiders die je mogelijke onderwerpen aandragen. Als je zelf je onderwerp moet bedenken, is vooronderzoek doen erg belangrijk. Begin met een breed onderwerp. Kijk goed naar wat er al geschreven is over dit onderwerp en waar nog een hiaat in de literatuur zit. Het belangrijkste is duidelijke communicatie met zowel je begeleider van de studie als de stagebegeleider. Ook kunnen we niet genoeg benadrukken dat het erg belangrijk is dat je jouw onderzoeksonderwerp voldoende afbakent.
Stap 3: relevantie en onderzoeksvraag
De volgende stap van het starten met schrijven van de scriptie is het op papier zetten van het probleem/gat in de literatuur. Wat wordt de precieze onderzoeksvraag en waarom is het zo belangrijk dat deze onderzocht wordt? Schets bijvoorbeeld een situatie die vaak voorkomt binnen het bedrijf waar jij je scriptie schrijft en waarom dit een probleem vormt. Of schrijf over de huidige literatuur en over dat er nog geen onderzoek is gedaan naar een stuk binnen deze literatuur en waarom het belangrijk is dat dit wel gebeurt. Link jouw onderzoeksvraag hieraan. Zorg dat het duidelijk is waarom hetgeen je onderzoekt ertoe doet.
Ook kun je een actuele concrete situatie aanhalen om de relevantie van je onderzoek te onderbouwen. Als je bijvoorbeeld schrijft over de invloed van aspartaam op de ontwikkeling van de hersenen bij jonge kinderen, kun je recente krantenartikelen aanhalen waarin aspartaam wordt gelinkt aan een toename van ADHD bij Nederlandse kinderen. Het maakt dan in eerste instantie niet uit dat het gaat om een artikel dat niet academisch onderbouwd is. Je laat zien dat het onderwerp speelt en dat er vermoedens zijn. Vervolgens ga je een betrouwbaar en onderbouwd onderzoek uitvoeren dat meer licht op de zaak werpt.
Ook je onderzoeksvraag moet goed geformuleerd worden en voldoende afgebakend zijn. Het is zeer aan te bevelen om de hoofdvraag te laten goedkeuren door je schoolbegeleider voordat je verder gaat. De hoofdvraag is namelijk de basis van je scriptie waar de rest aan op wordt gehangen. Een verkeerde hoofdvraag kan later in de scriptie tot problemen leiden. Sommige opleidingen vereisen dat je voorafgaand aan de onderzoeksvraag nog een probleemstelling en doelstelling schrijft.
Stap 4: deelvragen of hypotheses opstellen
Afhankelijk van de richtlijnen van je studie wordt verwacht dat je alleen een hoofdvraag hebt of ook met deelvragen werkt. Deelvragen hakken je onderzoek eigenlijk in stukken. Aan het eind van de rit zouden de antwoorden op alle deelvragen samen een antwoord moeten geven op je hoofdvraag.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen theoretische en praktische onderzoeksvragen. Een theoretische deelvraag kan bijvoorbeeld zijn wat er bekend is middels recent academisch onderzoek over de effecten van aspartaam op breinontwikkeling en gedrag. Als je je praktijkonderzoek uitvoert op een basisschool, kan een praktische deelvraag zijn: ‘wat is de aspartaamconsumptie van de kinderen van klas 4A van basisschool de Vlinderboom?’ Antwoorden op theoretische deelvragen worden geformuleerd middels literatuuronderzoek in je theoretisch kader. Antwoorden op praktische deelvragen komen voort uit fieldresearch.
Hypotheses zijn voorspellingen die een onderzoeker doet over de uitkomst van het onderzoek. Je zuigt deze voorspellingen niet uit je duim. Je baseert ze op wat er al bekend is over je onderwerp, eerder academisch onderzoek of objectieve observaties.
Als je een onderzoek uitvoert voor een bedrijf dat last heeft van drastisch omzetverlies in de decemberperiode, en je onderzoekt waarom dat zo is, kun je je hypothese opstellen op basis van wat werknemers en bedrijfsleiders zeggen over de omzetdaling. Als de directeur van het bedrijf aangeeft dat hij denkt dat het komt door een marketingstrategie die niet aansluit op de kerst- en decemberperiode, kun je dat als hypothese en als focus voor je onderzoek nemen. Als dan later blijkt dat de omzetdaling toch aan iets anders ligt, wijs je de hypothese dus af en formuleer je daarop een conclusie. Starten met het schrijven van je scriptie begint niet direct met de hypothesen, maar ze kunnen wel vroeg in het proces richting geven aan de onderzoeksopzet.
Stap 5: onderzoeksmethode vaststellen
De volgende vraag die je jezelf wilt stellen is wat jouw onderzoeksmethode wordt en met welke data je gaat werken. Ga je voor een kwantitatief onderzoek met enquêtes of big data, of voor een kwalitatief onderzoek middels interviews en observaties? Zijn er al data over het onderwerp verzameld? Zo ja, heb je hier toegang toe? En hoe zien deze data eruit? Moet je hier nog aanpassingen in doen of kun je ze zo overnemen?
Als er geen data beschikbaar zijn, is het waarschijnlijk dat je de data zelf moet verzamelen. Kijk dan goed naar hoe je dit gaat doen. Welke methode gebruik je en wat zijn de problemen waar je tegenaan kunt lopen? Bespreek dit allemaal goed met je begeleider(s), ook voordat je begint. Zo voorkom je dubbel werk en eventuele uitloop, wat erg zonde zou zijn. Bespreek met je begeleider wat je in gedachte had. Kijk wat de mogelijkheden zijn en waar zij beperkingen en kansen zien. Hou bijvoorbeeld rekening met de praktische uitvoerbaarheid van de methodiek. Verlies tegelijkertijd niet uit het oog wat je nodig hebt qua steekproefgrootte of participantendeelname om een betrouwbaar, objectief en representatief onderzoek neer te kunnen zetten.
Stap 6: een officieel plan van aanpak of onderzoeksvoorstel indienen
Vaak is deze stap verplicht. Soms is dit echter een minder duidelijke stap en kijk je bijvoorbeeld elke week met de begeleider naar wat je die week of maand gaat doen. Het is sowieso handig om een plan van aanpak of een onderzoeksvoorstel op te stellen, of dit nu een officiële eis is of niet. Zo heb je voor jezelf duidelijk op papier wat je wanneer af wilt hebben. Je kunt op tijd aan de bel trekken wanneer je achter dreigt te lopen door onvoorziene omstandigheden. Ook voorkom je zo dat je veel te lang blijft hangen op sommige onderdelen, of juist te erg haast.
Het is sowieso handig om een langetermijnplanning te maken, ook al lijkt dit misschien onnozel in het begin. Schat een datum waarop je klaar wil zijn met je dataverzameling en denkt te kunnen beginnen met bijvoorbeeld de databewerking of je -analyse. Ook als dit pas over 2 maanden of meer is. Dit helpt je overzicht te houden en geeft je rust. Op de korte termijn kun je bijvoorbeeld wekelijkse doelen stellen en het onderdeel waar je nu mee bezig bent opsplitsen in kleine stukjes. Dit werkt goed om een voldaan gevoel te houden gedurende het scriptieproces. Al helemaal bij het starten met het schrijven van je scriptie.
Het kan behoorlijk demotiverend zijn als je bijvoorbeeld met een theoretisch kader bezig bent, de hele dag artikelen leest en niet zoveel bruikbaars vindt. Maar dit hoort nu eenmaal bij het schrijven van een scriptie, en gebeurt bij iedereen. Als je het lezen van bijvoorbeeld 5 artikelen als een doel zet (ongeacht of ze later blijk dat je kunt gebruiken of niet), kun je aan het eind van de dag tevreden zijn over wat je af kunt kruisen van je ‘to do lijstje’. Zo zie je toch nog resultaat. Starten met het schrijven van de scriptie is an sich al een mooie om af te strepen van je lijst.
Dus: starten met schrijven van je scriptie
Starten met de scriptie voelt voor veel studenten als een enorme opgave. Het helpt om je scriptie in kleine stukken op te delen en hier een langetermijnplanning voor te maken. Dit geeft je overzicht en rust. Je krijgt meer besef dat je sommige dingen links kunt en moet laten. Je kunt je focussen op de genoemde stappen. De drie belangrijkste tips om te beginnen aan je scriptie zijn:
-
Maak een langetermijnplanning om rust en overzicht te creëren.
-
Stel kleine, duidelijke doelen per dag waarvan het duidelijk is wanneer ze af moeten zijn.
-
Communiceer altijd duidelijk met je begeleider. Dit is zeer belangrijk. Vraag wat hij/zij van je verwacht, wanneer hij/zij vindt dat je het goed of slecht doet en of jullie op een vaste dag kunnen afspreken om de vorderingen te bespreken. Zorg dat aan het eind van elke afspraak duidelijk is wanneer de volgende afspraak is.
Hulp van een professional
Zie je door de bomen het bos niet meer? Lukt het niet om met je scriptie van start te gaan? Dan is het wellicht een idee om scriptiebegeleiding van Scriptium in te schakelen. Onze begeleiders kunnen uitstekend helpen met het op zetten en verbeteren van je tekst. Daarbij staan ze 7 dagen per week voor je klaar.
Hallo Scriptium,
Weten jullie het verschil tussen probleemoriëntatie en probleemstelling?
Hallo Jolien,
dank voor je vraag. De probleemoriëntatie is het achterliggende vraagstuk van je onderzoek. Je doet bijvoorbeeld onderzoek naar een betere dienstregeling bij de NS, naar aanleiding van een tevredenheidsonderzoek onder reizigers. De probleemstelling behandelt het probleem van het vraagstuk. De probleemstelling kan in dit geval zijn: reizigers zijn ontevreden over de dienstregeling van de NS op het traject Vlissingen-Roosendaal. Zij vinden dat er te weinig treinen rijden en dat de intercity’s op te veel tussenliggende stations stoppen. De probleemstelling wordt in de vorm van een stelling geponeerd. Je kunt ons artikel over de probleemstelling lezen om te lezen hoe je deze kunt opstellen.
Misschien pak ik het schrijven van mijn scriptie niet goed aan, maar ik heb de neiging om van het ene naar het andere hoofdstuk te springen als ik schrijf. Ik heb het gevoel dat ik verzuip in chaos en vastloopt. Hie kan ik dit verbeteren?
Hallo Imke,
Bedankt voor je vraag. Zoals jij je scriptie schrijft, zo schrijven veel studenten hun scriptie. Het is dus helemaal niet zo vreemd. Sowieso is het doen van onderzoek een cyclisch proces. Naarmate je bijvoorbeeld meer literatuur leest, zul je tot nieuwe inzichten komen en stukken erbij schrijven. Ook zul je meer en scherpere verbanden trekken. Sommige delen die aan het begin staan, zoals de samenvatting, worden vaak ook pas aan het eind geschreven. En nadat je het onderzoek hebt uitgevoerd, en de resultaten en conclusies zijn uitgewerkt, komt opnieuw een fase van confrontatie met de literatuur. In welke mate liggen jouw resultaten in lijn met andere onderzoeken?
Wat wel van belang is, is dat je in het begin een goede structuur neerzet. Op die manier wordt het een kwestie van het ‘invullen’ van deze structuur. Je creëert hiermee overzicht. Ook is het handig als je een planning opstelt en dat je je daar aan houdt.