- Scriptium
- Posted on
- 9 Comments
Onderdelen scriptie
Voor of tijdens het schrijven van je scriptie zul je je vast afgevraagd hebben welke onderdelen je moet opnemen om een compleet en volwaardig onderzoek op te zetten. Om je de juiste richting op te wijzen heeft Scriptium de onderdelen van een scriptie voor je op een rij gezet, samen met een korte beschrijving per onderdeel.
Voorwoord (optioneel)
In het voorwoord beschrijf je vanuit ik-perspectief hoe je het schrijven van je scriptie hebt ervaren. Je bedankt de mensen die jou bij het onderzoek hebben geholpen. Het is niet verplicht om een voorwoord in een scriptie op te nemen. Als je besluit een voorwoord te schrijven, dan kun je de volgende onderdelen opnemen:
-
Beschrijving van jezelf, opleiding en onderwijsinstelling;
-
De reden dat je deze scriptie over dit onderwerp bent gaan schrijven;
-
Hoe je het schrijf- en onderzoeksproces hebt beleefd;
-
Een dankwoord waarin je, meestal in volgorde van belangrijkheid, de mensen bedankt die je bij je onderzoek hebben geholpen;
-
Een afsluiting van het voorwoord met je naam, de datum en woonplaats
Het is niet de bedoeling om in je voorwoord in te gaan op onderzoekstechnische zaken als probleemstelling of methode. Een voorwoord is kort, de lengte is meestal niet meer dan één pagina. Het is luchtig en persoonlijke geschreven.
Samenvatting
Het is niet verplicht om een samenvatting in je onderzoek op te nemen. Besluit je om wel een samenvatting in de scriptie te gebruiken, dan moet je ervoor zorgen dat de deze min of meer de indeling van je onderzoek volgt. De samenvatting van je scriptie is ongeveer één pagina lang, maximaal 1.5 pagina’s, afhankelijk van de lengte van het onderzoek. In de samenvatting worden de volgende onderdelen besproken:
-
De context
-
De probleemstelling
-
De onderzoeksvraag
-
De methode van onderzoek
-
De resultaten
-
De conclusies en eventuele aanbevelingen
Op elk onderdeel dient kort te worden ingegaan.
Inleiding
De inleiding is een verplicht onderdeel van de scriptie. Het dient ter introductie van het onderwerp en biedt tevens een vooruitblik op de rest van je onderzoek. De inleiding bestaat in elk geval uit de volgende onderdelen:
-
Het onderwerp en de context ervan
-
De aanleiding
-
De doelstelling
-
-
De inleiding wordt meestal afgesloten met een leeswijzer, waarin staat beschreven hoe de scriptie is opgebouwd. De leeswijzer begint met het hoofdstuk dat na de inleiding volgt. Meestal is dat het theoretisch kader. Daarna volgen het methodedeel, de resultaten en conclusie.
Theoretisch kader
In het theoretisch kader definieer je de belangrijkste begrippen van je onderzoek, en beschrijf je de modellen en theorieën die je in het onderzoek hanteert. Meestal wordt het theoretisch hoofdstuk ingeleid met een korte introductietekst waarin je aangeeft welke zaken aan bod komen in de theorie. Dit verstevigt de structuur en opbouw van je scriptie.
Het theoriehoofdstuk wordt sterker als je de gebruikte theorieën en modellen weet te koppelen aan je eigen onderzoek. Dat wil zeggen dat ze ten eerste aansluiten op je onderzoeksvraag. Ten tweede dat je de modellen, indien nodig, invult aan de hand van je eigen onderzochte case of bedrijf. Als je bijvoorbeeld een DESTEP-analyse of marketingmix opneemt, kun je deze modellen invullen (toepassen) op je eigen case.
Methodologie
In het hoofdstuk methode beschrijf je hoe je je onderzoek hebt uitgevoerd. Je vertelt met andere woorden welke onderzoeksmethoden je hebt gebruik om tot de resultaten te komen. In dit hoofdstuk dient in ieder geval besproken te worden:
-
Of het een kwalitatief of kwantitatief onderzoek is geweest, en waarom je daarvoor hebt gekozen.
-
Welke instrumenten je hebt gebruikt om de resultaten te verzamelen (enquêtes, interviews, observaties, etc.).
-
Hoeveel respondenten of geïnterviewden je hebt geraadpleegd en bij welke organisaties.
-
Andere zaken die aan bod komen zijn de duur van de interviews of enquêtes en de manier waarop je de respondenten en geïnterviewden hebt benaderd (op straat, telefonisch of binnen je stagebedrijf).
Zorg voor een goede indeling van je methodehoofdstuk. Meestal bespreek je aan het slot de representativiteit, validiteit en betrouwbaarheid, en hoe je die hebt gewaarborgd.
Resultaten
In het resultatengedeelte beschrijf je de resultaten van je onderzoek. Als het enkel een literatuuronderzoek is geweest, kun je beschrijven hoe je de gebruikte modellen en of theorieën hebt gebruikt en pas je ze toe op jouw case of onderwerp. Heb je enquêtes afgenomen bij een kwantitatief onderzoek, dan geef je daarvan de resultaten weer, eventueel aan de hand van grafieken en diagrammen. Heb je interviews gehouden, dan beschrijf je wat de algemene resultaten daarvan waren, eventueel gepaard met quotes of uitspraken van geïnterviewden om je onderzoeksresultaten te onderbouwen.
Conclusies en aanbevelingen
De conclusie is het slotstuk van je scriptie. Hierin trek je op basis van de resultaten van je onderzoek een eindoordeel. Uiteindelijk draait het erom verbanden te trekken tussen de resultaten en de onderzoeksvraag/probleemstelling. Wat zeggen de resultaten nu werkelijk over je probleemstelling? In dit hoofdstuk wordt ook de hoofdvraag beantwoord. Soms worden hier ook de deelvragen beantwoord en pas daarna de hoofdvraag.
Aan het slot van de conclusies kan een onderdeel aanbevelingen worden opgenomen, afhankelijk van de aard van je onderzoeksvraag. Daarin geef je concreet advies over hoe het door jou onderzochte en gestelde probleem kan worden opgelost. Eventueel kun je ook de beperkingen van je onderzoek bespreken. Doorgaans is de indeling als volgt
-
1. Conclusies
-
2. Aanbevelingen
-
3. Discussie
Soms wordt de volgorde omgedraaid en begint men met de discussie.
Nawoord
In een nawoord staat een korte de terugblik op je ervaringen met het onderzoek. In dit afsluitende deel van het onderzoek dient er niets meer over de inhoudelijke kant van het onderzoek geschreven te worden. De bespreking van de limitaties c.q. beperkingen van het onderzoek neem je op in het discussiegedeelte en niet in het nawoord. Je bespreekt in het nawoord zaken als:
-
hoe heb ik het onderzoek ervaren?
-
Wat zou ik de volgende keer anders doen?
-
Wat heb ik ervan geleerd?
-
Hoe zie ik mijn toekomst nu ik deze kennis heb opgedaan?
Het nawoord is net als het voorwoord in de ik-vorm geschreven en is dus een persoonlijke tekst. Een nawoord wordt tegenwoordig zelden nog in een scriptie opgenomen. Meestal houdt men het bij een voorwoord.
Literatuurlijst
In de literatuurlijst of bronnenlijst neem je alle bronnen op die je hebt gebruikt in je onderzoek, in alfabetische volgorde. In de meeste onderzoeken wordt de APA-stijl van bronverwijzing gebruikt.
Bijlagen
In de bijlagen wordt informatie met de lezer gedeeld die je niet kwijt kunt in het onderzoek zelf. Daarnaast dienen de bijlagen als toelichting op bepaalde onderdelen van je scriptie. Ze kunnen als bewijsmateriaal dienen voor het praktijkonderzoek, bijvoorbeeld wanneer je interviews hebt gehouden of enquêtes hebt afgenomen. Je kunt dan de vragenlijst of uitwerkingen van de interviews als bijlage opnemen. Zorg ervoor dat je de bijlagen nummert en dat je in het onderzoek zelf naar de genummerde bijlagen verwijst.
Professionele hulp van Scriptium
Wens je een uitgebreidere beschrijving van de indeling en structuur van je scriptie te lezen? Neem een kijkje bij de tips over de structuur van een scriptie. Heb je problemen met de indeling en juiste opbouw van de onderdelen?
Bij Scriptium hebben we professionele begeleiders die jou persoonlijke ondersteuning geven bij het schrijven van de scriptie. Daarnaast hebben we een unieke nakijkservice voor scripties en verslagen. Daarbij redigeren we op taal, structuur en inhoud. Stuur ons vandaag nog je scriptie op, en je krijgt hem binnen 20 uur of 48 uur terug. Je kunt wanneer je maar wilt direct je scriptie of verslag bij ons uploaden.
Mijn scriptie is niet logisch opgebouwd (volgens school). Wat kan ik daartegen doen?
Hallo Evelien,
Dank voor je vraag. Dit probleem komen we vaak tegen in scripties. Om de logica van je tekst te verbeteren, kun je de volgende manier van schrijven in acht nemen:
Ik heb te horen kregen dat in mijn onderdelen veel herhaling is. Waar moet ik op letten om herhaling te voorkomen?
Je kunt de volgende zaken in ogenschouw nemen om herhaling te voorkomen:
Ik hoor steeds dat bij de zinnen van de scriptie weinig verband zitten. Hoe moet ik meer verband en samenhang aanbrengen in mijn tekst? Ik weet echt niet waar ik moet zoeken. Ook omdat ik helemaal niet de indruk heb dat er geen verband in zit.
Hallo Hacar,
Bedankt voor je vraag. Het is lastig te weten waar het gebrek aan verband in je scriptie precies vandaan komt, maar een goede manier om samenhang tussen zinnen te creëren, is door gebruik te maken van tussenzinnen en signaalwoorden. Neem deze zin als voorbeeld:
De afdelingen moeten meer samenwerken. Ze werken langs elkaar heen. Het management dient een andere leiderschapsstijl toe te passen. De afdelingen moeten meer kennis met elkaar delen. De productiviteit zal omhoog gaan.
Deze zin kan zo geschreven worden, met signaalwoorden en tussenzinnen:
De afdelingen moeten meer samenwerken. Op dit moment werken ze langs elkaar heen. Om de samenwerking te bevorderen, dient het management een andere leiderschapsstijl toe te passen. De nadruk moet liggen op teamgericht werken. Daarmee zal de productiviteit omhoog gaan.
Door de signaalwoorden en tussenzinnen is er meer verband tussen de zinnen ontstaan.
Is het goed als ik het verband tussen de onderdelen/hoofdstukken van de scriptie verbeter door steeds aan het eind van een hoofdstuk een verwijzing naar het volgende hoofdstuk neerzet?
Hallo Anduin,
dat kun je doen, maar het zou niet nodig moeten zijn. De scriptie dient zichzelf te vertellen. Uit de inhoudsopgave, de leeswijzer, de introductie van de hoofdstukken, en de titels van de hoofdstukken en paragrafen zou al moeten blijken waar de scriptie heen gaat. Vaak is het dus onnodig en maakt het de tekst alleen maar langdradig.