Het reflectieverslag

Na een stage, project of assessment moet je vaak een reflectieverslag schrijven. Hierin reflecteer je op hoe het is gelopen, hoe de eventuele samenwerking was en hoe je jezelf hebt ontwikkeld. Het schrijven van een reflectieverslag kan voor sommige studenten best lastig zijn. Dit is bijvoorbeeld omdat het verslag persoonlijker kan zijn dan verslagen die je eerder hebt geschreven. Op deze pagina lees je wat er allemaal in het reflectieverslag moet komen. Daarnaast lees je hoe je het schrijven van het verslag het beste kunt aanpakken.

Wat is een reflectieverslag?

In een reflectieverslag reflecteer je op je eigen handelen. Tijdens het reflecteren probeer je objectief naar een bepaalde situatie te kijken. Zo heb je misschien iets meegemaakt dat je in de toekomst anders zou aanpakken. Hier leer je van en zo word je steeds professioneler in je werk. Tijdens het reflecteren op jezelf stel je waaromvragen. Waarom heb je op een bepaalde manier gehandeld of gereflecteerd? Wat was je gevoel daarbij? Vervolgens bedenk je hoe je dit gedrag zou kunnen verbeteren en schrijf je dit op. Het reflectieverslag heeft een duidelijke structuur waarin je gemakkelijk op jezelf kunt reflecteren.

De structuur van een reflectieverslag

De structuur van een reflectieverslag voor je studie is grofweg altijd hetzelfde. In totaal beslaat je verslag meestal tussen de 7 en 10 pagina’s. Hoeveel pagina’s jouw verslag precies moet hebben is afhankelijk van de eisen van je onderwijsinstelling en opleiding. Controleer dit dus goed voordat je begint met schrijven. Hieronder vind je een overzicht van het aantal pagina’s per onderdeel.

Tabel 1: Pagina’s per onderdeel

Onderdeel Pagina's

Titelpagina

1 A4

Inhoudsopgave

1 A4

Inleiding

1 A4

Leerdoelen

1 A4

Situaties

1 A4 per situatie

Conclusie

1 A4

Bronnen

1 A4

Hoe ziet een reflectieverslag eruit?

Het reflectieverslag bestaat uit verschillende onderdelen. Na de titelpagina en de inhoudsopgave begint het verslag met een inleiding. Hierin introduceer je het project of jouw stageopdracht. Vervolgens komt er een hoofdstuk met de leerdoelen die je voor het project of de stage hebt geformuleerd. In het volgende hoofdstuk beschrijf je een aantal situaties en reflecteer je hierop. Tot slot schrijf je hier een eindconclusie over en stel je eventueel een bronnenlijst op.

De inleiding

  • Aanleiding
    Je begint met het beschrijven van de aanleiding van je reflectieverslag. Je hebt bijvoorbeeld een stage gelopen en reflecteert hierop in het verslag.

  • Doel
    Vervolgens schrijf je het doel van het reflectieverslag. Waarom schrijf je het verslag? Wat wil je ermee bereiken? Misschien wil je jezelf ontwikkelen op een bepaald vlak. Het reflecteren kan je hierbij helpen.

  • De opdracht
    Vervolgens beschrijf je de opdracht waarover het reflectieverslag gaat. Je hebt bijvoorbeeld stagegelopen bij een bedrijf of je hebt een groepsproject uitgevoerd op de universiteit. Je introduceert de kern van de opdracht en met wie je de opdracht hebt uitgevoerd. Daarnaast beschrijf je waar en wanneer de opdracht is uitgevoerd.

  • Leeswijzer
    Tot slot kun je eventueel nog een leeswijzer aan je inleiding toevoegen. In een leeswijzer beschrijf je wat je in de verschillende hoofstukken van je reflectieverslag bespreekt.

Leerdoelen beschrijven

In dit onderdeel van je reflectieverslag maak je een beschrijving van de leerdoelen. Je leerdoelen moet je altijd voor aanvang van de opdracht formuleren. Deze leerdoelen zijn meestal gebaseerd op de competenties die je voor een bepaald vak of bepaalde stage moet behalen. Daarnaast kun je persoonlijke leerdoelen hebben, bijvoorbeeld op sociaal vlak. Kijk goed naar wat de eisen hierover zijn vanuit de opleiding. Leerdoelen kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met communicatie, organisatie, analyse, kennis vergaren over een bepaald onderwerp of samenwerking. Meestal formuleer je jouw specifieke leerdoelen voorafgaand aan je stage samen met je stagebegeleider.

Het is belangrijk om je leerdoelen in het reflectieverslag te verwerken, omdat je hier in de conclusie op terugkomt. Je kijkt dan of je bepaalde leerdoelen en competenties behaald hebt.

In feite maak je dus een link tussen de competenties die verwacht worden en de leerdoelen die daaruit volgen. Een competentie kan dus potentieel tot veel verschillende leerdoelen leiden. Hieronder volgen enkele voorbeelden van leerdoelen en competenties.

Tabel 2: Competenties gelinkt aan leerdoel

Competentie Leerdoel

Informatieverlening

Over parate kennis beschikken

Verwachtingsmanagement

Ingrepen realistisch presenteren

Bedmanieren

Omgaan met onaardige patiënten

Communicatie

Actief deelnemen aan teamoverleg

Leiding geven

Een team motiveren

Na de inleidende alinea van je leerdoelenbeschrijving ga je verder met het beschrijven van elk leerdoel op zichzelf. We hebben als voorbeeld hieronder een leerdoel uitgeschreven.

Situaties beschrijven

In dit onderdeel beschrijf je een aantal situaties die belangrijk voor je waren tijdens de stage of opdracht. Hier reflecteer je vervolgens op. Deze situaties kunnen heel persoonlijk zijn. Een situatie kan belangrijk voor je zijn als het invloed heeft gehad of je leerproces. Het kan ook zijn dat je een bepaalde situatie als onprettig hebt ervaren, of dat je niet zo goed wist hoe je ermee om moest gaan. Het is belangrijk om deze situaties tijdens je opdracht al op te schrijven, zodat je ze niet vergeet. Je kunt ze dan bij het schrijven van je reflectieverslag makkelijk terughalen. Je beschrijft een situatie door de volgende vragen te beantwoorden:

  • Wat gebeurde er? (Precieze omschrijving)

  • Wanneer gebeurde het?

  • Waar gebeurde het?

  • Hoe gebeurde het?

  • Wat was jouw rol?

  • Wat was de rol van anderen?

Hieronder volgt een voorbeeld van een situatiebeschrijving zonder dat er meteen gereflecteerd wordt. De reflectie volgt namelijk pas later.

Reflecteren op situaties

Je kunt op verschillende manieren op de situaties reflecteren. Er zijn verschillende standaard reflectiemethodes opgesteld die je als structuur kunt gebruiken. Dit zijn bijvoorbeeld de STARR-methode, het model van Korthagen en de ABCD-reflectiemethode. Verderop in deze blog wordt de STARR-methode toegelicht. Je kunt ook je eigen reflectievragen opstellen. Hieronder staan een paar vragen die je als voorbeeld kunt gebruiken. Alle soort reflecties en de verschillende reflectiemethoden zijn op dit soort vragen gebaseerd.

  • Hoe heb je gehandeld?

  • Waarom heb je zo gehandeld?

  • Welke afwegingen maakte je voor je beslissing?

  • Hoe voelde je hierbij?

  • Hoe had je je gevoeld als je anders had gehandeld?

  • Twijfelde je over je handelen?

  • Voerde je je beslissing uit zoals je wilde?

  • Hoe pakte jouw handelen uit?

  • Wat voor effect had jouw handelen?

  • Hoe reageerden anderen op hoe jij hebt gehandeld?

  • Ben je tevreden over jouw handelen?

  • Zou je in de toekomst anders handelen of zou je hetzelfde hebben gedaan?

  • Heeft de situatie je aan het denken gezet? Op welke manier?

  • Wat heb je geleerd van de situatie?

  • Aan welke competenties of leerdoelen heb je tijdens de situatie gewerkt?

Reflecteren middels STARR

Er zijn verschillende methoden om te reflecteren, maar één van de meest bekende methoden is de STARR-methode. STARR staat voor ‘Situatie’, ‘Taak’, ‘Actie, ‘Resultaat’ en ‘Reflectie’. Als eerst begin je met de opzet van je competentie en leerdoel.

STARR - S van situatie

Daarna ga je door naar de ‘S’ van STARR: situatie. Je beschrijft dus hier de situatie nogmaals in het kort. Wanneer gebeurde het? Waar was je precies? Wie waren er allemaal bij betrokken?

STARR - T van taak

Vervolgens licht je jouw taak in deze situatie uit. Wat werd er van je verwacht? Wat was je rol? Wat wilde je bereiken? Wat waren de verwachtingen die wellicht aan jezelf had gesteld?

STARR - A van actie

Het actiedeel gaat over wat je precies gedaan hebt. Je beschrijft hier dus niet wat je had moeten doen, maar wat je hebt gedaan. Hoe heb je de situatie aangepakt? Een sterke reflectie heeft een actiedeel dat onderbouwd wordt met theorie vanuit de opleiding.

STARR - R van resultaat

Hier beschrijf je het resultaat van jouw handelen. In ons voorbeeld is dat dus een negatief resultaat, want je hebt niet gehandeld zoals de opleiding dat van je wil zien. Als je juist de theorie juist op een passende wijze hebt toegepast, kan de uitkomst van je actie ook positief zijn.

STARR - R van reflectie

Nu is het moment aangebroken om echt te reflecteren. Wat vind je dat je goed hebt gedaan? Wat ging juist niet goed? Wat zou je de volgende keer anders doen? Wat heb je precies geleerd en hoe is dat van toepassing bij toekomstige situaties?

Nu je hebt gelezen hoe de STARR-methode werkt, kun je zelf aan de slag met reflecteren aan de hand van deze methode. Wanneer je de reflectie op orde hebt, kun je vervolgens door naar de conclusie.

Conclusie van je reflectieverslag

In de conclusie koppel je het reflectieonderdeel aan jouw leerdoelen. Heb je de leerdoelen behaald of niet? Of heb je ze gedeeltelijk behaald? Waarom is dit het geval? Waar heb je je in ontwikkeld? Misschien heb je ook dingen geleerd die niet specifiek in je leerdoelen geformuleerd staan. Schrijf deze allemaal op. Vervolgens kun je bespreken welke dingen je in de toekomst anders zou doen en wat je hetzelfde zal blijven doen. Waar was je wel en niet tevreden over? Tot slot kun je nieuwe leerdoelen voor de toekomst formuleren. Hier kun je in een volgend project of volgende stage op teruggrijpen.

Hieronder zie je nogmaals de onderdelen van een compleet reflectieverslag samengevat in een handige checklist:

Hulp van een professional

Heb je moeite met het opstellen van je reflectieverslag? Wil je graag hulp van een professional die je ondersteunt bij het schrijven van je scriptie? Scriptium kan helpen met persoonlijke scriptiebegeleiding. Of het nu gaat om een kwalitatief of kwantitatief onderzoek, we hebben altijd een geschikte begeleider beschikbaar. Heb je je verslag al af? Dan kun je het laten nakijken op taal, structuur en inhoud. Daarvoor staan we 7 dagen per week voor je klaar.

Mijke - contentschrijver

Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.

Mijke - contentschrijver

Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?