- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
De hoofdvraag als basis van je scriptie
Een van de belangrijkste zaken in je scriptie is het formuleren van een goede, wetenschappelijke onderzoeksvraag. De centrale vraag is de basis van je scriptie. Alles wat in de scriptie wordt behandeld staat in principe in het teken van het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Als je onderzoeksvraag niet goed is opgesteld, werkt dit vaak door op de rest van de scriptie.
De onderzoeksvraag vloeit voort uit de probleemanalyse en probleemstelling. Hij staat doorgaans in de inleiding, en wordt gevolgd door de leeswijzer.
Bij Scriptium krijgen we dikwijls scripties ter correctie binnen waarbij het probleem al bij de onderzoeksvraag begint. We zetten enkele potentiële problemen met de onderzoeksvraag voor je op een rijtje.
Hoofdvraag bestaat uit meerdere vragen
De onderzoeksvraag bestaat uit twee of meer vragen. Een hoofdvraag dient normaliter uit één vraag te bestaan. Het zou nog binnen de lijntjes vallen als de tweede vraag zeer nauw aansluit op de eerste, maar twee onderzoeksvragen met twee verschillende thema’s is uit den boze. De basisregel is in elk geval: de onderzoeksvraag bestaat uit één vraag.
Te beschrijvende hoofdvraag
De onderzoeksvraag is te beschrijvend. Idealiter is de hoofdvraag een onderzoekende vraag, bijvoorbeeld een hoe- of wat-vraag. Een beschrijvende hoofdvraag leidt vaak tot een te beschrijvend onderzoek. Hierdoor zal het in de scriptie aan diepgang ontbreken. Er kan daardoor ook lastig een doorwrochte analyse gemaakt worden. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de scriptie.
Beschrijvende onderzoeksvragen zijn niet per definitie verkeerd. Ze kunnen prima dienen als deelvragen. Bijvoorbeeld om de theorie te verkennen of de doelgroep te analyseren. Bij de voorgaande hoofdvraag zou deze deelvraag passend zijn:
Niet concreet
De hoofdvraag is niet concreet genoeg. Doordat de onderzoeksvraag niet duidelijk genoeg is/te vaag, of niet meetbaar, weet de lezer niet precies waar het over gaat.
Dubbelzinnig
De hoofdvraag is voor meerdere interpretaties vatbaar. Ook dit heeft met een gebrek aan duidelijkheid te maken. Iedereen die de onderzoeksvraag leest, zou moeten kunnen begrijpen wat ermee wordt bedoeld en wat er onderzocht gaat worden. Het is niet de bedoeling dat de lezer de onderzoeksvraag op meerdere manieren kan interpreteren.
Bij deze vraag is het niet duidelijk of het gaat om influencers die door jongeren interessant worden gevonden of jongeren die door influencers interessant worden gevonden.
Overlappende vragen
De hoofdvraag overlapt met de deelvragen. De centrale vraag mag niet (deels) dezelfde vraag zijn als één van de deelvragen. Dit betekent dat de deelvraag overbodig is. Je moet de hoofdvraag zien als een open kubus. Daarin worden kleinere blokken (deelvragen) geplaatst, totdat de grote kubus vol is. Elke deelvraag behandelt één aspect van de hoofdvraag.
Hier komt de hoofdvraag in iets andere bewoordingen terug in de deelvraag. De deelvraag kan dan geschrapt worden.
Te lange onderzoeksvraag
De hoofdvraag is te lang, bijvoorbeeld door bijzinnen of tangconstructies. Hou de onderzoeksvraag zo kort en bondig mogelijk.
Onderzoek en hoofdvraag sluiten niet aan
De hoofdvraag sluit niet aan op het onderzoek. Of beter gezegd, het onderzoek sluit niet aan op de hoofdvraag. Er worden allerlei zijpaden bewandeld die geen bijdrage leveren aan de uiteindelijke beantwoording van de hoofdvraag. Er worden bijvoorbeeld theorieën behandeld die er weinig tot niets mee te maken hebben. Voorkom dit probleem door onderzoeksvraag en onderzoek nauw op elkaar te laten aansluiten. Dit kan door de onderzoeksvraag aan te passen aan het onderzoek, of door het onderzoek aan te laten sluiten op de hoofdvraag.
Vakjargon en abstracte begrippen
De onderzoeksvraag bevat wetenschappelijke termen (of vakjargon) die niet voldoende geoperationaliseerd zijn. Omdat het van belang is dat de lezer zo snel mogelijk begrijpt welke richting je met de scriptie op wilt gaan, is het soms noodzakelijk om vakjargon of abstracte begrippen meteen in de onderzoeksvraag te definiëren.
Vakjargon en abstracte begrippen
De onderzoeksvraag is niet compleet genoeg. Met andere woorden, hij dekt niet het gehele onderzoek. Soms is het nodig de onderzoeksvraag iets langer te maken of anders te formuleren, opdat de vraag het hele onderzoek omvat.
Onderzoeksvraag niet als vraag geformuleerd
Het komt weleens voor dat een onderzoeksvraag niet als vraag is geformuleerd. Alle onderzoeksvragen dienen als vraag geformuleerd te zijn.
Onvoldoende afgebakend
De hoofdvraag is niet voldoende afgebakend. Baken je onderzoek zo scherp mogelijk af door één thema of onderwerp te kiezen. Een te brede onderzoeksvraag zorgt voor een langdradige scriptie waarbij je te veel zaken moet onderzoeken en te veel variabelen met elkaar in verband dient te brengen.
Geen onderzoeksvraag
Er is helemaal geen onderzoeksvraag geformuleerd. Bij sommige scripties is er geen onderzoeksvraag opgenomen. Er dient echter altijd een centrale vraag te worden opgesteld. Daar rust de rest van de scriptie op. Zonder hoofdvraag is er geen wegwijs. De lezer tast dan in het duister over waar de scriptie heen gaat.
Laat je hoofdvraag goedkeuren
Omdat het niet altijd even makkelijk is om een goede onderzoeksvraag te formuleren en deze af te bakenen, en vanwege het belang ervan voor je onderzoek, is het altijd goed om de onderzoeksvraag met je begeleider te bespreken voordat je het onderzoek aanvangt. Op een goede hoofdvraag kun je namelijk verder borduren. Je bouwt er een stevige basis mee. Een slechte hoofdvraag zorgt vroeg of laat voor problemen in de scriptie. Wees daarom zo scherp mogelijk en stel kritische vragen aan je begeleider.
Professionele scriptiehulp
De criteria ten aanzien van een goede scriptie worden strenger. Je wilt graag goed voor de dag komen. Je scriptie is uiteindelijk ook een visitekaartje op de arbeidsmarkt. Het is daarom niet aan te raden om risico’s te nemen. Heb je moeite met het creëren van een goede hoofdvraag? Of wil je dat de hele scriptie naar een hoger niveau wordt getild? Scriptium biedt professionele begeleiding en correctie aan iedere student die ondersteuning nodig heeft. Daarbij staan we 7 dagen per week voor je klaar.
Ik zit in tijdsnood met m’n scriptie maar ik heb nog niet eens een goede hoofdvraag. Help. Ik vraag of ik het juiste onderzoek ga doen met deze hoofdvraag. Ik doe een kwalitatief onderzoek met interviews. Of moet ik ook enquêtes houden?
De vraag die wordt gesteld is:
Welke manier van samenwerken dient het management te implementeren om te voldoen aan de eisen die gesteld zijn om uitstelgedrag van werknemers met 25% te verminderen?
Hallo Marcel,
het lijkt me dat dit inderdaad een kwalitatief onderzoek betreft. Hoewel het gaat om een gekwantificeerd einddoel (25%), is het de bedoeling te achterhalen welke ideeën er zijn over samenwerken om uitstelgedrag te verminderen. Dan is een interview geschikt.
Ik heb mijn onderzoeksvraag zo geformuleerd dat er geen antwoord op te geven is. Dit heb ik ook zo in de resultatensectie gezet, maar ik denk ook: dat moet eigenlijk niet kunnen.
Mijn hoofdvraag is: Wat is het effect van medicijn X op de vermindering van een delier bij patiënten die een hersenbloeding hebben gehad?
Ik doe alleen een literatuurstudie. De resultaten zijn minimaal, er is bijna geen onderzoek naar gedaan. Als ik de hoofdvraag anders formuleert, bijvoorbeeld ‘wat is bekend in de huidige wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het gebruik van medicijn X op de vermindering van een delier bij patiënten die een hersenbloeding hebben gehad? Dan is het antwoord: weinig. Maar dan heb je wel een antwoord op de hoofdvraag. Weten jullie wat ik moet doen? Zouden jullie een voorkeur geven aan een andere formulering? De inleiding en methode secties zijn goedgekeurd, dus ik wil ook niet dat ik de hele scriptie overhoop moet gooien.
En klopt mijn idee dat je eigenlijk niet kan zeggen dat je geen antwoord kunt geven op de onderzoeksvraag (hoofdvraag)?
Hallo KingKong,
Bedankt voor je vraag. ‘Dat er geen antwoord op te geven is’, daaronder versta ik: er is te weinig of geen literatuur over geschreven om over dat verband iets te zeggen.
In mijn optiek kun je de vraag inderdaad in de tweede vraag omzetten, hoewel dat een erg beschrijvende hoofdvraag is. Meestal is zo’n vraag een deelvraag. Maar er is wellicht weinig andere keus, want anders moet je je onderzoek omspitten.
Ik denk dat je ook gelijk hebt dat je eigenlijk niet kunt zeggen dat je geen antwoord kunt geven op de hoofdvraag. Omdat dat een beetje getuigt van onvoldoende vooronderzoek om een domein te vinden waarover je iets kunt zeggen/waaraan je iets kunt toevoegen.
Laat je onderzoeksvraag in elk geval eerst goedkeuren door je schoolbegeleider, want die heeft het laatste woord. Succes!