- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
Wat is fieldresearch?
Fieldresearch wordt ook wel empirisch onderzoek genoemd. Empirisch betekent ‘kennis verwerven door ondervinding’. In feite is fieldresearch dus kennis die je middels onderzoek in het (onderzoeks)veld verwerft. Je gaat er dus op uit met je probleemstelling en onderzoeksvraag, om aan de hand van een zelfontworpen onderzoek de resultaten van je scriptie te verkrijgen. Dit onderzoek ontwerp je op basis van een literatuuronderzoek dat je wel achter je bureau uitvoert.
Literatuuronderzoek is overigens niet te verwarren met deskresearch. Deskresearch heeft net als fieldresearch het doel om een antwoord te formuleren op je onderzoeksvraag. Een literatuuronderzoek voer je uit om een theoretisch kader op te stellen waarop je je onderzoek baseert. De parameters en aspecten van het onderzoek dienen immers effectief bewezen te zijn. Voor meer informatie over deskresearch kun je het blogartikel ‘deskresearch’ van Scriptium raadplegen.
Hoe ziet fieldresearch eruit?
Fieldresearch leent zich perfect, maar niet uitsluitend, voor kwalitatief onderzoek. Het belangrijkste aspect is dat je erop uit gaat. Je gaat dus naar de leden van de doelgroep toe. In principe zijn dit de drie bekendste methoden van fieldresearch:
- Enquêtes
- Interviews
- Observaties
Deze drie vormen van empirisch onderzoek eisen van de onderzoeker dat deze actief op zoek gaat naar participanten en de enquêtes of interviews aan hen voorlegt. Bij interviews en participerende observaties is het zelfs zo dat de onderzoeker passief of actief deelneemt aan het onderzoek.
Voordelen en nadelen van fieldresearch
Empirisch onderzoek heeft veel voordelen als je een kwalitatief onderzoek wilt uitvoeren. Enquêtes, interviews en observaties bieden goede uitkomsten wanneer je de meningen en motivaties van een doelgroep in kaart wilt brengen. Je krijgt de mogelijkheid om dieper op onderwerpen in te gaan, samen met de participanten. Ook krijg je toegang tot alle aspecten van een onderwerp door openlijk met een participant te spreken.
Je kunt dus terwijl je het onderzoek uitvoert, het onderzoek bijsturen, verdiepen of juist vroegtijdig stoppen. Kortom: je staat als onderzoeker middenin je onderzoek en hebt er de volledige controle over.
Empirisch onderzoek is nadelig omdat het veel tijd kost. Je moet naar participanten toe. Gemiddeld ben je acht uur per participant kwijt aan het afnemen van een enkel interview. Bij een grote doelgroep kan dit dus al snel een groot deel van de scriptietijd opeisen.
Daarnaast ben je sterk afhankelijk van de mate waarin participanten medewerking verlenen. De kwaliteit van een interview of enquête wordt hoger op het moment dat een participant gemotiveerd is mee te werken. Als je te maken hebt met een ongemotiveerde of zelfs tegendraadse doelgroep, wordt het moeilijk om kwalitatief sterke gegevens te verzamelen.
De onderzoeker is bij fieldresearch ook tijd kwijt aan het verkrijgen van toegang tot de doelgroep. Denk hierbij aan observaties die de onderzoeker wil uitvoeren binnen een bedrijf. Er dient contact opgenomen te worden met het bedrijf voor toestemming en afspraken. In de praktijk wordt vaak duidelijk dat er veel factoren zijn die een dergelijke observatie in de weg staan.
Variabelen bij fieldresearch
Zoals in de vorige paragraaf vermeld werd, ben je bij fieldresearch afhankelijk van de doelgroep. Dit uit zich ook in een groot aantal variabelen die je als onderzoeker niet kunt controleren. Bij deskresearch heb je zelf de controle over de variabelen. Je verzamelt en verwerkt zelf de gegevens volgens een bewezen analysemodel.
Bij fieldresearch zijn er talloze variabelen waar je geen invloed op kunt uitoefenen. Bij het afnemen van een interview zijn de resultaten in bepaalde mate afhankelijk van variabelen waar je enige controle over hebt. Bijvoorbeeld waar en wanneer het interview plaatsvindt. Je bent echter ook afhankelijk van variabelen die je niet kunt controleren, zoals de emotionele staat en vitaliteit van de participant.
De empirische onderzoeksmethode observatie is ook onderworpen aan oncontroleerbare variabelen. Als je een docent wilt observeren die een nieuwe lesmethode toepast, dien je in je onderzoek ook rekening te houden met de effecten van andere factoren. Bijvoorbeeld de stemming van de docent en van de leerlingen. Daarnaast de vaardigheid van de docent en per definitie jouw aanwezigheid in het klaslokaal.
Deze oncontroleerbare variabelen maken fieldresearch vaak onnauwkeuriger, subjectiever en lastig uit te voeren. Dit is nu eenmaal niet te voorkomen. Je dient dus bij fieldresearch aandacht te besteden aan alles wat je niet kunt controleren. Daar dien je in je scriptie tekst aan te wijden. Zo waarborg je de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek.
Hulp van Scriptium
Wil je graag hulp van een professional die jou ondersteunt bij het schrijven van je scriptie? Scriptium kan helpen met persoonlijke scriptiebegeleiding. Of het nu gaat om het opstellen van deskresearch, fieldresearch of literatuuronderzoek, er is altijd een geschikte begeleider beschikbaar. Daarbij staan we 7 dagen per week voor je klaar.
Ik heb fieldresearch gedaan door interviews af te nemen. Ik heb geen theoriehoofdstuk omdat er gewoon heel weinig over het onderwerp geschreven is en mijn onderzoek erg praktijkgericht is. Moet ik alsnog bijvoorbeeld enquêtes afnemen om de validiteit van het onderzoek te verhogen?
Hallo Henriëtte,
Bedankt voor je vraag. Dat is lastig te zeggen zonder je onderzoek te hebben ingezien. Het kan zo zijn dat extra enquêtes afnemen geen resultaten oplevert die iets aan je praktijkgedeelte toevoegen. Dan zal de validiteit niet verhoogd worden. Als de enquêtes wel iets toevoegen, zul je completere en diepgaander resultaten krijgen, waarmee je dus beter je onderzoeksvraag kunt beantwoorden. Dit verhoogt de validiteit (en dus kwaliteit). Het is dus niet zeker te zeggen. Wat wel zeker is, is dat de betrouwbaarheid daarmee wordt verhoogd. De kans dat in vervolgonderzoek dezelfde resultaten verkregen worden, is groter wanneer je interviews + enquêtes afneemt, dan als je alleen interviews houdt.
Wat is het verschil tussen veldonderzoek en bureauonderzoek?
Bij veldonderzoek of fieldresearch ga je zelf actief op zoek naar nieuwe informatie. Je trekt er als het ware ‘op uit’ om primaire data te verzamelen. Bij bureauonderzoek of deskresearch gebruik je data die al bestaan (secundaire data).