Waarom is statistiek nodig bij onderzoek?

Er bestaan verschillende soorten onderzoeken die afhankelijk zijn van het toepassen van statistiek. Voor alle typen onderzoek geldt dat er een vraag is waar een antwoord op wordt verwacht. Of de resultaten uit het onderzoek de absolute waarheid zijn, is een vraag die voor veel onderzoekers en wetenschapsfilosofen al eeuwen onderwerp van gesprek is.

Voor de meeste onderzoeken geldt dat de onderzoeker naar algemeen geldende verbanden tussen bepaalde gebeurtenissen zoekt. Wat die gebeurtenissen zijn, hangt af van de wetenschap die de onderzoeker beoefent, of van waar de gebeurtenis in het geheel van gebeurtenissen plaatsvindt. Zo is de koersontwikkeling van de dollar een gebeurtenis. De slag bij Nieuwpoort is ook een gebeurtenis, evenals het koken van water. Hoe dat komt en welke verbanden daarachter zitten, is voer voor onderzoekers.

Als onderzoeker zoek je verbanden omdat een bepaalde gebeurtenis of bepaald verschijnsel opvalt. Het kan ook zijn dat een algemene theorie voorschrijft dat een gebeurtenis zou kunnen voorvallen of al onopgemerkt heeft plaatsgevonden. In beide gevallen bedenkt de onderzoeker hoe een verschijnsel kan voorkomen en waarom het gebeurt. Er kan een vermoeden zijn dat zo logisch klinkt dat het bijna onvoorstelbaar is als het niet waar zou zijn. Je kunt bijvoorbeeld denken dat je van veel sporten veel gewicht verliest. Dat klinkt logisch. Uit onderzoek kan dan juist volgen dat met veel sporten ook spiermassa wordt opgebouwd, en je dus zwaarder wordt. Ook al verdwijnt overtollig vet. Hoe logisch een uitleg op voorhand ook lijkt, vanuit een empirische benadering geldt: eerst zien, dan geloven.

Wat is empirisch onderzoek?

Bepaalde gebeurtenissen en hun verbanden mag je verwachten als de juiste factoren voor die gebeurtenissen aanwezig zijn. Als onderzoeker wil je vervolgens aangeven wanneer of volgens welke regels dat verschijnsel in de werkelijkheid ook gebeurt. Het werk van de onderzoeker is dus een bewijs vinden voor een theorie, of het toetsen van een hypothese. Dan wil je dus een empirische uitspraak doen. Empirisch onderzoek wil zeggen dat je zoekt naar de wetmatigheden van gebeurtenissen door deze te observeren: of het verschijnsel daadwerkelijk waar te nemen is, en dus zichtbaar gebeurt.

Als onderzoeker wil je ook aangeven of een bepaalde gebeurtenis altijd plaatsvindt als dezelfde omstandigheden zich voordoen. Daarin ben je als onderzoeker beperkt. Je kunt niet honderd jaar lang hetzelfde experiment uitvoeren. Je kunt maar een beperkt aantal onderzoeken doen om alle mogelijke condities te testen. Daarom is elke empirische onderzoeker gebonden aan een beperkt aantal observaties, om vervolgens uit die observaties een generalisatie te doen. Daarop baseert hij zijn conclusies en aanbevelingen.

Statistisch onderzoek en waarschijnlijkheid

Hoewel onderzoek dus gebaseerd is op observaties en generalisatie, is er altijd de onzekerheid wat zich bij het miljoenste experiment kan voordoen. Elke observatie van een onderzoeker levert op de een of andere manier ook altijd iets anders dan het vorige soortgelijke onderzoek.

Als je dus maar een beperkt aantal observaties kunt doen, of een experiment maar één keer kunt uitvoeren, ben je gebonden aan een algemene conclusie in de vorm van een aangenomen waarschijnlijkheid. Dat is zoiets als een gok over wat de waarheid is en hoe de verbanden precies zijn. Een gok op wat er op de lange duur van je aannames overeind blijft.

De aannames die je over de relatie tussen bepaalde gebeurtenissen hebt, en de bewijzen die je uit je onderzoek haalt, kun je in de praktijk verifieerbaar en reproduceerbaar beschrijven aan de hand van wat de statistiek te bieden heeft. Onderzoek waarbij waarschijnlijkheid een belangrijke rol vervult, wordt probabilistisch onderzoek genoemd. Het is onderzoek naar de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis of verband. Aan de hand van statistiek kun je iets beschrijven over de variabelen en de verhouding tussen die variabelen in de onderzoeksgroep.

Beschrijvende, toetsende en schattende statistiek

Uit de data schets je dus een verband of een samenvattend beeld van de werkelijkheid. Het gaat dan over beschrijvende statistiek. De statistiek maakt het daarnaast mogelijk een uitspraak te doen over de waarschijnlijkheid dat een bepaald verschijnsel in werkelijkheid (empirisch) optreedt, of louter toeval is. Dit betreft dan toetsende statistiek.

Uit onderzoek wil je vaak ook gevolgtrekkingen doen die belangrijk zijn voor de toekomst. Je kunt denken aan onderzoek naar de oorzaak van een ramp en de waarschijnlijkheid dat zo’n ramp weer gebeurt. Of aan de hand van een Cito-toets aangeven wat de beste schoolkeuze na de basisschool is voor een kind. Dan werk je met schattende (inferentiële) statistieken.

Statistiek bij natuurwetenschappen versus menswetenschappen

Statistiek is vooral voor die soorten onderzoeken van belang waarbij de omstandigheden van de observatie minder goed te beheersen zijn. In de natuurwetenschappen is men al zo ver dat er in het laboratorium veel gecontroleerd kan worden dat mogelijk is op de waarneming. Als voorbeeld kun je denken aan ruimten waar een heel lage temperatuur wordt gehandhaafd om te onderzoeken wat moleculen bij nul graden Kelvin doen. Hoe meer je de condities voor een verschijnsel kunt beheersen, hoe minder waarschijnlijkheid en toeval een rol spelen.

In de wetenschappen die zich meer richten op levende systemen, blijf je altijd afhankelijk van de mogelijkheid dat een bepaalde factor invloed heeft op je onderzoek die je niet hebt ontdekt. Er kunnen bepaalde verbanden een rol spelen die je niet hebt kunnen bedenken. Gegevens kunnen slechts een tijdelijke geldigheid hebben. Dat geldt met name voor op levende organismen gerichte natuurwetenschap, zoals geneeskunde en biologie. En dat geldt zeker voor menswetenschappen als sociologie, economie, sociale geografie of psychologie.

Er bestaan nog niet zodanig verfijnde technieken voor onderzoek op deze terreinen, waarbij factoren die invloed hebben op uitkomsten zo zijn te beheersen als in natuurwetenschappen als natuurkunde, scheikunde of astronomie. Het gaat dan dus vooral om hoe overtuigend het bewijs is dat wat is waargenomen boven de toevalskans ligt of louter toeval is.

Nut en noodzaak van statistiek bij onderzoek

Onderzoek van levende systemen kan ook gebonden zijn aan wetten en morele bezwaren. Niet alles wat een wetenschapper over een levend systeem of wezen zou willen en kunnen onderzoeken, is ook wettelijk of ethisch verantwoord. In zo’n geval moet soms uit sporadische voorvallen of niet vooraf te beheersen omstandigheden worden geraden wat de verbanden kunnen zijn. Denk aan onderzoek naar armoedebestrijding of onderzoek naar levensverwachtingen bij bepaalde ziekten. Dat kan feitelijk alleen worden gedaan aan de hand van de gebeurtenissen die zich eerder toevallig hebben voorgedaan, in plaats van via een gecontroleerd experiment in een laboratorium.

Welke factoren er dan óók een rol hebben gespeeld, weet je vaak niet voor honderd procent. Daarom ben je als onderzoeker afhankelijk van de waarschijnlijkheid dat het onderzochte verschijnsel een werkelijk bestaand verschijnsel is. Of omgekeerd: dat aan de hand van statistiek wordt aangetoond dat het op toeval berust.

Een juist gebruik van statistiek is andersom behulpzaam om greep op de werkelijkheid te krijgen. Je kunt proberen om bepaalde gebeurtenissen met bepaalde maatregelen zodanig te beheersen, dat met een voldoende mate van waarschijnlijkheid ook de wenselijke uitkomsten zijn te verwachten. Je onderzoek richt zich er dan op beïnvloedbare factoren te vinden die jou helpen om tot de gewenste resultaten te komen óf onwenselijke gebeurtenissen te voorkomen.

Kennis van statistiek als onderzoeker

Het is voor elke onderzoeker in zijn onderzoeksgebied in elk geval van belang een basiskennis te hebben van waarschijnlijkheidsleer of kansberekening. Daarnaast is het van belang inzicht te krijgen in beschrijvende, toetsende en schattende statistiek.

Moet je als econoom of pedagoog alles weten van statistiek voor je onderzoek? Nee. Net zo goed als natuurwetenschappers de natuur onderzoeken en menswetenschappers de mens, zijn er methodologen die onderzoek doen naar de best bruikbare methoden voor bepaalde typen onderzoeken. Uiteindelijk heb je liever een goede huisarts die een matige statisticus is, dan iemand die als huisarts slecht is in geneeskunde maar precies weet hoe je statistisch onderzoek kunt doen. Echter, een gedegen basiskennis komt altijd van pas.

Hulp bij statistiek nodig? Schakel een professionele begeleider van Scriptium in

Heb je moeite met statistiek? Wens je hulp te krijgen bij SPSS, STATA of R? Scriptium heeft 7 dagen per week professionele statistiekbegeleiders beschikbaar. Of je nu hulp bij statistiek in je scriptie wilt hebben, of bijles statistiek nodig hebt, we staan direct voor je klaar. Neem vandaag nog contact met ons op, en we komen snel bij je terug.

Auteur: Ryu Jamanota 
Motto: Beter weten door zuiver meten
 

De auteur gebruikt statistiek voor het analyseren van productie- en dienstverleningsprocessen. Aan de hand van statistische analyses onderzoekt hij of een bedrijfsproces langs de kortste weg levert wat er bedoeld is en of het proces ook beheersbaar en betrouwbaar verloopt. 

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?