- Scriptium
- Posted on
- Geen reacties
Wanneer gebruik je 'er'?
Het woord ‘er’ zul je waarschijnlijk vaak moeten gebruiken in je scriptie. Het woord kent verschillende toepassingen, en dat maakt het soms lastig. Er zijn verschillende manieren om dit woord te gebruiken. Maar wanneer kun je het woord ‘er’ wel gebruiken en wanneer niet? In deze blog leggen wij de vijf functies van ‘er’ aan je uit. Lees snel verder en ontdek ook wanneer je ‘er’ beter niet kunt gebruiken.
1. Als plaatsaanduiding
De eerste functie van ‘er’ is als plaatsaanduiding. Wanneer je in je scriptie wilt verwijzen naar een plaats, kun je het woord ‘er’ gebruiken. Hierdoor weet de lezer waar bijvoorbeeld het onderzoek plaats heeft gevonden. Je kunt dit op verschillende manieren aanpakken. Wij geven hieronder een paar voorbeelden:
-
Het was een uitdaging om het landhuis te bereiken. Het is namelijk niet mogelijk om er met de bus of de trein te komen. Er = het landhuis.
-
In Limburg komen jaarlijks steeds meer toeristen. Mensen hebben er veel voor over om er te komen. Er = Limburg.
2. In combinatie met een voorzetsel
De tweede functie van ‘er’ is in combinatie met een voorzetsel. Vaak wordt het woord ‘er’ aan het voorzetsel geplakt wanneer er geen woorden tussenkomen. Hierbij kun je denken aan: tegen, mee, door, in, op, naast, et cetera. Wij geven hieronder een paar voorbeelden, zodat je een goed beeld hebt van deze functie:
-
Heb je ooit met dit programma gewerkt? - Ja, ik heb ermee gewerkt.
-
De cliënt gaf zijn fout aan. Hij heeft ervan geleerd.
3. In combinatie met een telwoord
De derde functie is in combinatie met een telwoord. Ook bij deze functie zijn er tal van mogelijkheden. Wij geven een aantal voorbeelden:
-
Ik zag één vliegtuig - Ik zag er één.
-
Wij hebben vijf appels - Wij hebben er vijf.
4. Als onderwerp van een passieve zin
Misschien vraag je je nu af, wat is een passieve zin ook alweer? Een passieve zin gebruik je om te beschrijven wat er met het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp gebeurt. Je maakt altijd gebruik van een hulpwerkwoord in een passieve zin. Het woord ‘er’ gebruik je wanneer de zin geen onderwerp bevat. Hierbij kun je denken aan zinnen als:
-
Er wordt gelachen.
-
Er wordt geen geluid gemaakt.
-
Er is geen pizza meer.
5. Als voorlopig onderwerp
We zijn nu bij de vijfde en laatste functie van ‘er’, namelijk als voorlopig onderwerp. In dit geval is er wel sprake van een onderwerp in de zin. Meestal staat dit onderwerp verderop in de zin, met uitzondering van sommige vraagzinnen. Hier is het onderwerp algemeen gebruikt. Dat betekent dat je er geen lidwoorden als ‘de’ of ‘het’ voor kunt zetten. Hieronder volgen wat voorbeelden:
-
Er staat een koe in de wei (onderwerp is ‘een koe’).
-
Er zitten twee vrouwen op de bank (onderwerp is ‘twee vrouwen’).
Onnodig gebruik van 'er'
Je kunt ook per ongeluk onnodig gebruikmaken van ‘er’. Bijvoorbeeld in de zin: ‘Hierbij kan er gedacht worden aan een appeltaart’. In deze zin is ‘er’ overbodig en daarom kan het worden weggelaten. ‘Er’ kan hier worden weggelaten omdat het geen functie vervult in de zin. Het heeft niet de functie als plaatsaanduiding of onderwerp, omdat ‘hierbij’ die functie al vervult. Ook kan ‘er’ niet de functie vervullen van een telwoord en is er ook geen sprake van een voorzetsel. Als het woord ‘er’ geen enkele functie kan vervullen, kun je deze het beste weglaten. Dan is de zin weer grammaticaal correct.
Tijd om te oefenen
Nu is het tijd om met het woord ‘er’ te oefenen. Het is belangrijk om te onthouden dat je ‘er’ gebruikt om een zin compleet te maken. Kun jij de fout in onderstaande zinnen herkennen?
-
Hij is helemaal overwerkt. Hij gaat een tijdje tussenuit.
-
Heb jij een rijbewijs? Ja, ik heb een.
-
Je ziet goed uit vandaag, een stuk beter dan gisteren. Voel je je ook beter?
Als het goed is, heb je gemerkt dat het woordje ‘er’ ontbreekt in de zinnen. Hierdoor lopen de zinnen niet lekker en zijn ze bovendien ook niet grammaticaal correct. Zo zien de zinnen er op de juiste manier uit:
-
Hij gaat er een tijdje tussenuit.
-
Ja, ik heb er een.
-
Je ziet er goed uit vandaag.
Het woord ‘er’ kan een onmisbaar gedeelte van een zin zijn. Het is daarom goed om te onthouden wat voor zin je gebruikt en of het woord ‘er’ een functie heeft, of dat je het onnodig gebruikt.
Meer hulp nodig? Scriptium staat voor je klaar
Aniek is contentschrijver bij Scriptium. Ze studeerde Crossmediale Communicatie aan Hogeschool Rotterdam en heeft inmiddels al enige ervaring in de wereld van marketing en communicatie. Haar passie ligt bij het schrijven en creëren van content dat er toe doet.