- Scriptium
- Posted on
- Geen reacties
Inductief en deductief onderzoek
Je kunt verschillende soorten onderzoeken uitvoeren voor je scriptie, met verschillende benaderingen. De termen inductief en deductief onderzoek zeggen iets over de invalshoek van je onderzoek. Met inductief onderzoek probeer je nieuwe theorie te creëren. Met deductief onderzoek probeer je een bestaande theorie te toetsen. Hoe pak je de deze verschillende soorten onderzoek precies aan? Op deze pagina lees je alles over inductief en deductief onderzoek.
Inductief onderzoek - Wat is het?
Met inductief onderzoek probeer je een nieuwe theorie te genereren. Dit betekent dat je patronen probeert te ontdekken in bestaande theorie en observaties. Hieruit kun je vervolgens een hypothese of theorie formuleren. Inductief redeneren is een bottom-up onderzoeksmethode. Dit betekent dat je begint met een kleine observatie. Bij inductief onderzoek kijk je of je op basis van een specifieke observatie resultaten kunt generaliseren.
Voor het formuleren van een theorie is generalisatie een voorwaarde. Generaliseerbaarheid refereert naar de mate waarin je resultaten kunt toepassen op een bredere context. Oftewel: de resultaten bij een bepaalde steekproef zijn ook van toepassing op de gehele populatie.
Wanneer doe je inductief onderzoek?
Je kunt een inductief onderzoek uitvoeren als er nog niet zoveel literatuur bestaat over een bepaald onderwerp. Er zit dus een gat in het onderzoeksveld dat jij met je onderzoek kunt opvullen. Inductief onderzoek heeft gevolgen voor de toekomst, omdat je iets nieuws creëert. Toekomstige onderzoeken zullen dan weer voortborduren op jouw inzichten.
Hoe wordt inductief onderzoek gebruikt?
Inductief onderzoek maakt gebruik van de bottom-up methode, waarbij je met een kleine observatie begint. Vervolgens doe je onderzoek om te kijken of deze observatie te generaliseren is. Je begint dus met niets en gaat dan data verzamelen om te kijken of er een bepaalde theorie te ontdekken is. Je noemt dit ook wel inductief redeneren. Inductief redeneren bestaat uit vier stappen: observatie doen, data verzamelen, zoeken naar patronen en theorie (of hypothese) formuleren.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
-
Observatie
Je hebt geobserveerd dat studenten die tijdens hun studietijd thuis blijven wonen gemiddeld hogere cijfers halen dan studenten die op kamers gaan in de stad waar ze studeren. -
Data
Je komt erachter dat er weinig literatuur bestaat over dit onderwerp. Je moet dus zelf data gaan verzamelen. Je kiest ervoor om een experiment uit te voeren. Je trekt een steekproef van studenten die bij hun ouders blijven wonen en studenten die op kamers zijn. Je geeft ze de instructie om een bepaalde stof te leren. Uiteindelijk laat je iedereen hier een toets over maken. -
Patronen
Vervolgens bekijk je de resultaten en probeer je bepaalde patronen te ontdekken. Is het echt zo dat studenten die thuis blijven wonen betere resultaten hebben gehaald op de toets? Kijk of je een bepaalde conclusie kan trekken over de resultaten. -
Theorie (of hypothese)
Hebben de studenten die thuis zijn blijven wonen allemaal een hoger resultaat gehaald op de toets? Dan kun je hierover een theorie formuleren. Deze theorie bevestigt je eerste observatie.
Deductief onderzoek - Wat is het?
Naast inductief onderzoek, is er deductief onderzoek. Met deductief onderzoek probeer je een bepaalde bestaande theorie of hypothese te toetsen. Met deductief onderzoek redeneer je andersom dan bij inductief onderzoek. Je pakt dus eerst de theorie erbij en gaat dan onderzoeken of de theorie klopt. Dit doe je door zelf een hypothese te formuleren en deze te toetsen aan de hand van een analyse of observatie. Op deze manier bouw je voort op eerdere onderzoeken, in plaats van dat je zelf met een theorie komt.
Wanneer doe je deductief onderzoek?
Deductief onderzoek gebruik je als er juist al veel literatuur bestaat over een bepaald onderwerp. Er staan dus al bepaalde theorieën vast. Deze theorie wil jij toetsen door te kijken naar specifieke gevallen. Daarnaast kun je deductief onderzoek ook met inductief onderzoek combineren. Je gebruikt het deductieve onderzoek dan om de theorie die uit het inductieve onderzoek kwam te toetsen.
Hoe wordt deductief onderzoek gebruikt?
Deductief onderzoek maakt gebruik van de top-down methode. De theorie staat dus al vast en deze ga je onderzoeken. Je noemt dit ook wel deductief redeneren. Het proces bestaat ook in dit geval uit vier stappen: bestaande theorie formuleren, hypothese formuleren, observeren of analyseren en de hypothese bevestigen of verwerpen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
-
Theorie
Studenten die thuis blijven wonen in hun studententijd halen gemiddeld hogere resultaten op tentamens dan studenten die op kamers wonen. -
Hypothese
De studenten op jouw eigen bachelor studie ‘sociologie’ die thuis wonen zullen op het volgende tentamen gemiddeld een hoger resultaat behalen dan de studenten die op kamers wonen. -
Observatie/analyse
Je wacht het tentamen af en bekijkt achteraf de resultaten. Je kijkt of de studenten die thuis wonen ook daadwerkelijk allemaal een hoger cijfer hebben behaald. -
Bevestiging/verwerping
Uit de resultaten blijkt dat er een aantal studenten zijn die op kamers wonen die de toets beter hebben gemaakt. Toch hebben de studenten die thuis wonen gemiddeld een hogere score behaald. Als je kijkt naar jouw eigen studie klopt de theorie dus wel. Met deze conclusie kun je de theorie en de hypothese die je daarbij hebt geformuleerd bevestigen. Natuurlijk zijn er ook andere factoren die je mee moet nemen om te bevestigen of de theorie klopt of niet. Je onderzoek moet namelijk wel valide en betrouwbaar zijn.
Wat zijn die verschillen tussen deductief en inductief onderzoek?
Hieronder zie je een handig overzicht met de verschillen tussen deductief en inductief onderzoek.
Abductief redeneren
Naast inductief en deductief redeneren, bestaat er ook abductief redeneren. Echter, deze vorm van redeneren is minder accuraat. Bij abductie wordt een mogelijke verklaring voor een (onverwacht) verschijnsel gegeven op basis van een redenatie. Tijdens het verwerken van je resultaten of bij het bespreken van de implicaties van je onderzoek kan het voorkomen dat je mogelijke verklaringen geeft voor bepaalde opvallende elementen.
Abductief redeneren wordt vooral in de geesteswetenschappen gebruikt, zoals geschiedenis en filosofie, of bij rechtenstudies. Ook kan het zijn dat je deze verklaringen meeneemt bij het schrijven van een aanbevelingen voor de praktijk, bijvoorbeeld voor de organisatie waar je je onderzoek uitvoert.
Op basis van abductief redeneren kun je nooit een daadwerkelijke theorie formuleren of een bepaalde hypothese testen. Het blijft tot op zekere hoogte een vorm van ‘gissen’. De basis voor je scriptie zal dus meestal gebaseerd zijn op een inductieve of deductieve aanpak.
Hulp van een professional
Inductief en deductief onderzoek komen ingewikkeld over. Maar als je eenmaal aan de slag gaat, en na het raadplegen van enkele voorbeelden, zal het allemaal op zijn plek vallen. Twijfel je echter aan het niveau van je onderzoek? Heb je moeite met het verwerken van het commentaar van je beoordelaar? Schakel dan professionele scriptiehulp van Scriptium in. Onze experts hebben al meer dan 10.000 studenten geholpen bij het schrijven en verbeteren van hun scriptie. Daarbij staan zij 7 dagen per week voor je klaar.
Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.
Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.