- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
Selecte of aselecte steekproef
Het kan zijn dat je voor je scriptie een bepaalde groep mensen of populatie wilt onderzoeken. Hiervoor kun je het beste een steekproef doen, omdat het meestal niet haalbaar is om de gehele populatie te bevragen. Er zijn twee verschillende soorten steekproeven: een selecte steekproef en een aselecte steekproef. Op deze pagina lees je alles over de verschillende methoden voor steekproeven. Zo weet jij straks welk type steekproef het beste bij jouw onderzoek past en hoe je te werk kunt gaan.
Wat is een steekproef?
Met een steekproef selecteer je een groep mensen uit een populatie. Deze populatie kan bijvoorbeeld jouw onderzoeksobject zijn. Je wil iets weten over de groep, maar het is meestal onmogelijk om elk persoon uit de groep te bevragen. Met een steekproef maak je een selectie van een paar mensen die je gaat onderzoeken. Zij geven dan een representatief beeld voor de hele populatie of subgroep binnen de populatie. Voor je begint moet je altijd bepalen of je een selecte of aselecte steekproef gaat trekken. Deze keuze heeft namelijk invloed op de onderzoeksresultaten en de betrouwbaarheid ervan.
De verschillen tussen een selecte en aselecte steekproef
Het grootste verschil is dat je bij een selecte steekproef zelf de deelnemers kiest en bij een aselecte steekproef niet. Het kan zijn dat je alleen een bepaalde leeftijdsgroep wilt onderzoeken. Je onderzoekt bijvoorbeeld alleen de mening van 50-plussers over de publieke ruimte in de wijk Bos en Lommer in Amsterdam. Dan trek je dus een selecte steekproef. De resultaten die je verzamelt zijn dan alleen representatief voor deze leeftijdsgroep, maar niet voor de hele populatie. Bij een aselecte steekproef heeft iedereen precies evenveel kans om deelnemer te worden van het onderzoek. Je onderzoekt bijvoorbeeld de mening van alle inwoners van Bos en Lommer over de publieke ruimte. De onderzoeksresultaten zijn dan wel representatief voor de hele populatie.
Wat zijn methoden voor een selecte steekproef?
Nadat je de soort steekproef hebt gekozen kies je een methode die je hierbij gaat gebruiken. Bij een selecte steekproef zijn er drie bekende methoden. De methode die je kiest moet passen bij het doel van je steekproef. Wij hebben de verschillende methoden hieronder voor je op een rijtje gezet.
-
Quotumsteekproef
Bij een quotumsteekproef verdeel je de populatie in verschillende groepen. Je kunt ze bijvoorbeeld indelen op kenmerken die relevant zijn voor jouw onderzoek. Vervolgens kies je uit elke groep evenveel mensen die je gaat onderzoeken. Deze methode is dus aselect, want je kiest de personen zelf uit de groepen.
-
Nadeel: Tijdrovend en duur.
-
Voordeel: Garandeert dat elke subgroep aan bod komt. Representativiteit is daarom laag.
-
Gemakssteekproef
Bij een gemakssteekproef kies je simpelweg de mensen uit die beschikbaar zijn voor jouw onderzoek. Dit is dus een makkelijke manier om snel informatie te verzamelen. Deze methode is het minst betrouwbaar. Het kan namelijk zijn dat je alleen de mensen kiest die jij zelf kent. Dan onderzoek je alleen binnen je eigen bubbel, en zijn de resultaten dus niet representatief voor de hele populatie.
-
Nadeel: Geeft een oppervlakkig beeld van de werkelijkheid en geeft systematische selectiefouten.
-
Voordeel: Snel, goedkoop en gemakkelijk.
-
Sneeuwbalsteekproef
Bij een sneeuwbalsteekproef vraag je de mensen die je al hebt verzameld voor jouw onderzoek om nog meer mensen te verzamelen. Zo verzamel je op een effectieve manier veel deelnemers. Dit kan handig zijn als je zelf niet zoveel connecties hebt binnen de populatie die je onderzoekt.
-
Nadeel: Niet representatief voor de maatschappij.
-
Voordeel: Goed voor respondenten die moeilijk te vinden zijn.
-
Beoordelingssteekproef
Deze steekproefmethode gaat iets verder dan de gemakkelijkheidssteekproef. Het verschil is dat de onderzoeker op basis van beoordelingsvermogen beperkende voorwaarden oplegt aan het trekken van de steekproef. Hij neemt alleen participanten in overweging die snel beschikbaar zijn, maar dan wel alleen als ze aan bepaalde kenmerken voldoen.
-
Nadeel: Heel erg afhankelijk van de subjectieve mening van de onderzoeker.
-
Voordeel: Praktisch en snel. Respondenten zijn ook relevant voor het onderzoek.
Wat zijn methoden voor een aselecte steekproef?
Bij een aselecte steekproef kies je de deelnemers niet zelf. Om de betrouwbaarheid van je onderzoek te waarborgen, moet je er voor zorgen dat de trekking volledig aselect wordt uitgevoerd. Er zijn verschillende methoden die je hierbij kunnen helpen. Wij hebben ze hieronder voor je op een rijtje gezet.
-
Enkelvoudige steekproef
Bij een enkelvoudige steekproef worden willekeurige deelnemers gekozen uit de populatie. Dit kun je bijvoorbeeld doen met behulp van een ‘random number generator’. Je geeft dan iedere persoon binnen de populatie een nummer. De nummers die uit de generator komen worden de deelnemers voor jouw onderzoek.
-
Nadeel: Tijdrovende methode waarbij veel afhankelijk is van bereidwilligheid om te reageren.
-
Voordeel: Beste keuze voor extrapoleren naar gehele populatie.
-
Systematische steekproef
Bij een systematische steekproef worden er deelnemers gekozen met een bepaalde interval. Ook bij deze methode geef je elke persoon in de populatie een nummer. Afhankelijk van het aantal deelnemers dat je nodig hebt voor je steekproef kies je vervolgens een interval. Elke 20e persoon van de populatie wordt bijvoorbeeld gekozen voor je steekproef.
-
Nadeel: Risico op onbedoelde ordening van lijsten. Nog steeds tijdrovend en duur.
-
Voordeel: Extrapoleren naar gehele populatie kan nog steeds, maar is sneller dan eenvoudige steekproef.
-
Gestratificeerde steekproef
Bij een gestratificeerde steekproef deel je de populatie in groepen op. Je doet dit alleen als je het gevoel hebt dat de verschillen invloed hebben op de resultaten. Vervolgens kies je weer willekeurig deelnemers uit de verschillende groepen. Je selectie is proportioneel als het percentage deelnemers uit een bepaalde groep hetzelfde is als het percentage van deze groep in de populatie. Als er bijvoorbeeld twee keer zoveel mensen van subgroep 1 als subgroep 2 in een populatie aanwezig zijn, dan kies je ook twee keer zoveel deelnemers van subgroep 1 voor je steekproef. Een proportionele steekproef is representatief voor de hele populatie. Als je dit niet doet, dan is je steekproef disproportioneel. Dit doe je met een doel, de resultaten zijn dan alleen representatief voor de subgroep.
-
Nadeel: Over het algemeen een dure en tijdrovende methode.
-
Voordeel: Onderling vergelijken is gemakkelijk en zeer geschikt voor onderzoek naar subpopulaties.
-
Geclusterde steekproef
Bij een geclusterde steekproef deel je de populatie op in groepen die zoveel mogelijk gelijk zijn (qua leeftijd, gender etc.). Vervolgens kies je op aselecte wijze een paar subgroepen hieruit. Uit die subgroepen ga je iedereen onderzoeken. Het voordeel hiervan is dat je niet per ongeluk alleen maar dezelfde soort mensen kiest.
-
Nadeel: Niet erg representatief.
-
Voordeel: Praktisch en kostenbesparend.
-
Getrapte steekproef
Bij een getrapte steekproef voer je meerdere aselecte trekkingsmethodes achter elkaar uit. Dit doe je bijvoorbeeld als je een hele grote groep wilt onderzoeken. Met een getrapte steekproef blijven de deelnemers die je kiest voor je onderzoek gespreid en objectief.
-
Nadeel: Niet erg representatief en een complexe manier van werken.
-
Voordeel: Pragmatische methode.
Studiehulp van Scriptium
Heb je moeite met het kiezen van de juiste methode voor je steekproef? Wil je graag hulp van een professional die je ondersteunt bij het schrijven van de scriptie? Scriptium kan helpen met persoonlijke scriptiebegeleiding. Of het nu gaat om een kwalitatief of kwantitatief onderzoek, we hebben altijd een geschikte begeleider beschikbaar. Daarbij staan we 7 dagen per week voor je klaar.
Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.
Mijke is blogschrijfster bij Scriptium. Ze studeerde Interieurarchitectuur aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en studeert nu Design Cultures aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Naast haar passie voor schrijven houdt ze van lezen en toneelspelen. In haar vrije tijd wandelt ze graag door het mooie Amsterdam.
Hallo Scriptium,
Kan een steekproef ook te groot zijn?
Hallo Sep,
Dank voor je vraag. Het is beter om een te grote steekproef dan een te kleine steekproef te hebben. Maar als een steekproef te groot is, dan kan dit onnodige extra kosten en tijd met zich meebrengen. Sommigen beweren dat bij een te grote steekproef allerlei variabelen steeds significant van elkaar verschillen, waardoor je onderzoek eigenlijk weinig waardevolle inzichten oplevert. Maar eigenlijk kun je geen te grote steekproef hebben, tenzij er sprake is van een designfout, zoals een ontbrekende onafhankelijke variabele. Dan kunnen de effecten versterkt worden bij een te grote steekproef. Er is dan sprake van bias.
Hi Scriptium,
Ik voor een onderzoek heb random 100 klanten getrokken om te ondervragen. Ik weet alleen niet hoe groot de populatie is, want er is geen database van het aantal klanten. Heb ik nu wel een aselecte steekproef getrokken?
Hallo Gaia,
Dank voor je (goede) vraag. Je hebt wel een aselecte steekproef getrokken, maar de vraag is of de onderzoeksresultaten generaliseerbaar zijn. Daarvoor moet je weten hoe groot de populatie is. Aan de hand daarvan bepaal je de benodigde omvang van de steekproef. De steekproef kan toevallig groot genoeg zijn, maar dat weet je niet zeker. Je dient dus in de scriptie, bijvoorbeeld in de discussie, deze beperking te beschrijven. Zie ons artikel over generaliseerbaarheid voor meer informatie hierover.