- Scriptium
- Posted on
- 4 Comments
Wat is een leeswijzer?
Het woord zegt het al een beetje: een leeswijzer wijst de lezer op de goede weg. Een leeswijzer kan gebruikt worden in een wetenschappelijk boek en een jaarverslag, maar ook in een scriptie. Er zijn enkele redenen om een leeswijzer in je scriptie op te nemen. Door middel van een leeswijzer zorg je ervoor dat iemand die een omvangrijk document niet in zijn geheel wil lezen, snel kan zien welke hoofdstukken voor hem van belang zijn. Een scriptie of ander wetenschappelijk document is vaak droog van stof en lezen neemt tijd in beslag neemt, zo kan de lezer zelf kiezen wat hij wil lezen. Een leeswijzer dient daarnaast ter afsluiting van de inleiding. Tevens is de leeswijzer een vooruitwijzing naar de rest van de scriptie (wat wordt er in de overige delen van de scriptie besproken?). Je geeft dus (kort) aan wat de inhoud is van de verschillende hoofdstukken en wat de lezer kan verwachten. Het biedt extra structuur aan de scriptie en geeft de lezer richting.
De leeswijzer is geen verplicht onderdeel van een scriptie, maar het is beter om wel een leeswijzer op te nemen, ten behoeve van een goede opbouw en structuur van de thesis. Het is bij het schrijven van een scriptie namelijk belangrijk dat je als auteur de lezer door de scriptie ‘leidt’, dat hij je goed kan volgen, dat er geen hiaten zijn in de samenhang, dat de scriptie begrijpelijk is en een opbouw heeft die goed te volgen is.
Hoe zit de leeswijzer eruit?
Je geeft in een leeswijzer kort in tekst aan dat bijvoorbeeld in hoofdstuk 1 de begrippen gedefinieerd worden en de modellen uiteengezet, dat in hoofdstuk 2 de methode wordt besproken, in hoofdstuk 3 de resultaten worden besproken, en in hoofdstuk 4 de conclusies en aanbevelingen worden behandeld. Je kunt ook samen met de hoofdstukken aangeven wat de bladzijde is waar ieder hoofdstuk begint (plaatsaanduiding), maar dit is niet per se nodig.
Onze adviezen voor het opstellen van de leeswijzer
- De leeswijzer dient kort te zijn. Je hoeft niet diep in te gaan op de subonderdelen van ieder hoofdstuk. Een of twee zinnen per hoofdstuk volstaat.
- Je begint de leeswijzer met het hoofdstuk dat na de inleiding volgt. Als dat het theoretisch kader is, schrijf je bijvoorbeeld: ''In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch kader opgesteld''.
- Schrijf de leeswijzer niet in de ik-vorm, maar in passieve vorm. Dus niet: ''In hoofdstuk drie bespreek ik de methode van het onderzoek'', maar: ''In hoofdstuk 3 wordt de methode van het onderzoek besproken''. Een andere manier is door een onbezield onderwerp met een actief werkwoord te gebruiken, bijvoorbeeld: ''Hoofdstuk 3 bespreekt de methode van het onderzoek''. De voorkeur gaat echter uit naar de passieve vorm, maar je kunt ook beide manieren combineren ter afwisseling van de zinnen.
- De leeswijzer dient compleet te zijn. Dat betekent dat alle hoofdstukken die na de inleiding komen, besproken moeten worden in de leeswijzer. Omgekeerd dient alles wat in de leeswijzer staat, terug te komen in het onderzoek.
- Je hoeft in de leeswijzer niet op te nemen dat er aan het slot van het onderzoek een literatuurlijst volgt. In de leeswijzer wordt ingegaan op de opzet van de hoofdstukken en de literatuurlijst is geen apart hoofdstuk.
- Als titel van de leeswijzer kun je ''Leeswijzer'' gebruiken of ''Onderzoeksopzet'' of ''Opbouw scriptie/onderzoek''.
- De leeswijzer staat idealiter aan het eind van de inleiding.
Voorbeeld van een leeswijzer 1
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de theoretische deelvragen aan de hand van literatuuronderzoek. In hoofdstuk 3 komt de methode aan bod die gebruikt is bij het uitvoeren van dit onderzoek. Hoofdstuk 4 behandelt de resultaten met betrekking tot deelvraag 4 en 5. In hoofdstuk 5 volgt de conclusie, waarin antwoord wordt gegeven op de centrale vraagstelling. Tot slot worden er aanbevelingen gedaan en discussiepunten geformuleerd.
Voorbeeld van een leeswijzer 1
Dit onderzoek is opgedeeld in een literatuuronderzoek en een praktijkonderzoek. Hoofdstuk 2 bevat het literatuuronderzoek, waarin de belangrijkste begrippen, modellen en theorieën worden besproken. In hoofdstuk 3 wordt het praktijkonderzoek uiteengezet. Het bestaat uit de resultaten van de interviews. Het onderzoek wordt in hoofdstuk 4 afgesloten met de conclusies op de uitkomsten van het onderzoek.
Hulp bij het opstellen
Wil je dat Scriptium je helpt bij het opstellen van een goede leeswijzer? Laat je leeswijzer dan nakijken en redigeren op taal- en spelfouten, op de zinsconstructies en op de structuur en opbouw. Ook is het mogelijk om scriptiebegeleiding te nemen en samen met een scriptiebegeleider te werken aan je leeswijzer.
Is een leeswijzer altijd verplicht?
Hallo Maylanie,
Dank voor je vraag. In principe is een leeswijzer niet verplicht (tenzij anders gezegd door je opleiding). Het is echter wel handig om een leeswijzer op te nemen. Deze vormt een mooie afsluiting van de inleiding. Daarnaast krijgt de lezer meteen een overzicht van wat er verder behandeld gaat worden. Het komt de structuur ten goede.
Kan ik in een leeswijzer dieper ingaan op de hoofdstukken die in de scriptie gebruikt worden. Bijvoorbeeld dat ik zeg wat daar allemaal besproken wordt?
Hallo Ricardo,
Bedankt voor je vraag. Eigenlijk geniet het de voorkeur om heel kort en kernachtig iets te zeggen over ieder hoofdstuk. Maximaal 1 à 2 zinnen per hoofdstuk. Je hoeft er echter niet heel diep op in te gaan, als de lezer maar weet waar het over zal gaan.