Wanneer gebruik je Cohen's D?

Voor je onderzoek kun je op zoek zijn naar:

  • Het effect van een maatregel, of:

  • Het verschil tussen twee groepen of een steekproef en een populatie.

Voor beide vraagstukken kun je goed de t-toets gebruiken of een variantieanalyse (ANOVA) uitvoeren. Dan weet je of er een significant verschil is tussen X1 en X2, of dat significant veel variantie in variabele Y is verklaard uit variabele X. Daarmee kun je al aangeven of er iets aan de hand is, of dat er alleen toeval in het spel is.

Naast de rapportage over significantie van verschil of verklaarde variantie wil je soms juist rapporteren over het effect van een experimentele maatregel. Het kan ook zijn dat je wilt rapporteren over de impact van een bepaalde omstandigheid. Dat kun je hebben gemeten door registraties onder een steekproef. Of registraties die iets weergeven van het verschil tussen twee populatiegemiddelden.

In het eerste geval is sprake van een experiment. De onderzoeker manipuleert bewust een onafhankelijke variabele om te kijken wat er met de afhankelijke variabele gebeurt.

In het tweede geval worden observaties gemeten om achteraf te onderzoeken wat er eigenlijk is gebeurd. Dan kan de onderzoeker niet bewust een variabele manipuleren. Je kunt dan wel onderzoeken wat het verschil is tussen twee groepen op een bepaald kenmerk onder een bepaalde omstandigheid. Of je kunt onderzoeken of de variantie in de ene variabele te verklaren is uit scores op de andere variabele. Het gaat dan dus om steekproef X1 en steekproef X2, óf om variabele Y die uit variabele X verklaard moet worden.

Voorbeeld van het gebruik van Cohen's D

Als voorbeeld kijken we naar het effect van conditietraining op studieprestaties. Of we onderzoeken wat het effect is van het percentage buikvet op de medische conditie bij een fitnessmeting.

In het eerste geval manipuleer je bewust het aantal uren conditietraining tussen een experimentele groep en een controlegroep. In het tweede geval kun je moeilijk experimenteren. Je geeft de onderzoeksgroep niet eerst een vetmakend dieet. In dat geval meet je onder een onderzoeksgroep het percentage buikvet en het conditieniveau met een prestatiemeting.

In beide gevallen ga je vergelijken tussen:

  • Weinig of veel conditietraining en de gemeten studiepunten. Het gaat in de berekening vooral om de scores voor studiepunten. De studiepunten geven dan de Y-waarden in een vergelijking f (x): y.

  • Hoge of lage conditie en de gemeten waarden voor buikvet. Het percentage of de centimeters buikvet geven dan de Y-waarden in een vergelijking f (x): y .

Gegeven bepaalde X-waarden gaat het dus om verschil in de Y-waarden in een vergelijking f (x): y.

In beide gevallen wordt in de onderzoekspraktijk gebruik gemaakt van Cohen’s D als maat voor de effectgrootte of als verschilmaat voor de kloof tussen twee deelpopulaties. Voor het gemak noemen we dat allebei het effect.

Het principe van Cohen's D

Cohen’s D is een gestandaardiseerde score voor een gestandaardiseerd effect. Het maakt niet uit in welke eenheden de oorspronkelijke metingen zijn gedaan. Cohen’s D geeft juist een gestandaardiseerd verhoudingsgetal. Het buikvetonderzoek kan dus in inches of in centimeters buikomvang worden gedaan, maar de verhoudingen blijven hetzelfde.

Dit verhoudingsgetal zegt dan hoe groot of hoe klein het verschil (D van difference) is tussen de ene en de andere variabele op het onderzochte kenmerk. Hoe groter Cohen’s D, hoe meer effect er is. Of: hoe groter Cohen’s D, hoe groter twee groepen op één afhankelijk en één onafhankelijk kenmerk verschillen. Met ander woorden: een hoog getal voor Cohen’s D geeft aan dat het effect als alarmsignaal in vergelijking groter is dan de mogelijke toevalligheid of ‘ruis’.

Cohen’s D kan zowel een positieve als negatieve waarde hebben. De grootte van een absoluut getal geeft de grootte van het effect aan. Een lage waarde voor Cohen’s D in het geval van het experiment van conditietraining en studieprestaties, geeft dan aan dat studieprestaties matig worden beïnvloed door conditietraining. Misschien dat rust, regelmatig studeren en sociaal contact met medestudenten meer effect hebben. Een hoge waarde voor Cohen’s D kan in het geval van het onderzoek naar buikvet en conditie, erop wijzen dat buikvet wel degelijk effect heeft op de conditie.

Hoe bereken je Cohen's D?

De formule voor Cohen’s D is:

Cohen’s D = (MA – MB)/ gepoolde standaarddeviatie

In woorden beschreven: het verschil tussen het gemiddelde van groep A en het gemiddelde van groep B, gedeeld door de gemeenschappelijke standaarddeviatie.

Stappenplan voor het berekenen van Cohen’s D:

Stap 1 - Dataverzameling

Verzamel data voor de onafhankelijke en de afhankelijke variabele voor de groepen die je wilt vergelijken. Het gaat vooral om de onderzoeksvariabelen. In dit geval de studiepunten of het gemeten buikvet.

Stap 2 - Berekenen van gemiddelden

Bereken het gemiddelde van het onderzochte kenmerk voor de ene en de andere steekproef (experimentele en controlegroep), of de ene en de andere deelpopulatie. Of: het onderzochte kenmerk van de onderzoeksgroep vóórdat die een bepaalde behandeling kreeg en het onderzochte kenmerk ná de behandeling (pre-test en post-test).

Stap 3 - Standaarddeviatie

Bereken de gemeenschappelijke standaarddeviatie (pooled standard deviation).

Stap 4 - Vergelijken van verschil met standaarddeviatie

Bereken de verhouding tussen verschil van gemiddelden van groep A en groep B (of van Yi en Yj ) met de gemeenschappelijke standaarddeviatie.

Stap 5 - Cohen's D

Noteer Cohen’s D.

Hoe interpreteer je Cohen's D?

Als vuistregel voor het interpreteren van Cohen’s D publiceerden de psychologen Carr, McCartney en Rosenthal (2000) het volgende overzicht:

Cohen's D Effect
1.3 en hoger
Zeer groot
.80 en 1.29
Groot
.50 en .79
Middelgroot
.20 en .49
Klein
-.19 en .19
Verwaarloosbaar
-.49 en -.20
Klein negatief
Enzovoorts
Middelgroot, groot, zeer groot negatief

Dit is goed te gebruiken als algemene aanwijzing. Voor elk vakgebied bestaat echter een verschil van opvatting over wat nu een verwaarloosbaar en wat nu een belangrijk effect is. Zo zal men in de geneeskunde bij preoperatief onderzoek streng zijn op percentage buikvet en hartconditie als mogelijk effect op de operatie. Strenger dan bij een onderwijskundig onderzoek naar studiepunten als gevolg van conditietraining. Het maakt nogal uit of een patiënt niet meer levend van de OK komt óf dat een student niet met een 8 maar een 7 slaagt. Daarom is het bestuderen van soortgelijk onderzoek en de rapportages over Cohen’s D voor jouw onderzoeksveld en type onderzoek altijd belangrijk voor het ‘maatgevoel’.

Hulp bij statistiek nodig? Schakel een professionele begeleider van Scriptium in

Heb je moeite met statistiek? Wens je hulp te krijgen bij SPSS, STATA of R? Scriptium heeft 7 dagen per week professionele statistiekbegeleiders beschikbaar. Of je nu hulp bij statistiek in je scriptie wilt hebben, of bijles statistiek nodig hebt, we staan direct voor je klaar. Neem vandaag nog contact met ons op, en we komen snel bij je terug.

Auteur: Ryu Jamanota 
Motto: Beter weten door zuiver meten
 

De auteur gebruikt statistiek voor het analyseren van productie- en dienstverleningsprocessen. Aan de hand van statistische analyses onderzoekt hij of een bedrijfsproces langs de kortste weg levert wat er bedoeld is en of het proces ook beheersbaar en betrouwbaar verloopt. 

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?