- Scriptium
- Posted on
- Geen reacties
Leraar worden
Je wilt lesgeven aan een middelbare school, maar je hebt geen idee hoe dat moet. Er worden termen gebruikt als eerstegraadsbevoegdheid en tweedegraadsbevoegdheid. Welke heb je nodig? We beginnen met de opmerking: het ligt aan de doelgroep aan wie je wilt lesgeven welke bevoegdheid je nodig hebt.
Bevoegdheden
Welke bevoegdheid heb je nodig? Zoals gezegd is dit afhankelijk van welke doelgroep je wilt lesgeven. Beide bevoegdheden geven je in ieder geval de mogelijkheid om les te geven in het voortgezet onderwijs, speciaal voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) voor één specifiek vak. Dat specifieke vak is het vak waarvoor je studeert. Daar komen we later op terug.
Tweedegraadsbevoegdheid geeft je de mogelijkheid om les te geven aan de onderbouw van havo en vwo, en voor het volledige vmbo. Eerstegraadsbevoegdheid geeft je de bevoegdheid om óók les te geven aan de bovenbouw van havo en vwo. Je mag met die laatste dus ook lesgeven voor het vmbo en de onderbouw van havo en vwo.
Opleiding
Hoe word je leraar? Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Als je aan het vmbo les wilt geven, dan ziet je route er anders uit dan als je wilt lesgeven aan de bovenbouw van vwo. Wat wel hetzelfde is, is dat je voor een specifiek vak de bevoegdheid krijgt. Kijk maar op de website van een hogeschool en ga op zoek naar de lerarenopleidingen. Zo tref je onder andere opleidingen voor Nederlands, aardrijkskunde, Duits en wiskunde.
Tweedegraadsbevoegdheid
Als je de tweedegraadsbevoegdheid wilt halen, dan moet je een hbo-opleiding volgen: de lerarenopleiding op een hogeschool. Die opleiding duurt vier jaar. Na die vier jaar, bij het succesvol afronden ervan, krijg je je diploma en de tweedegraadsbevoegdheid.
Als voorbeeld wordt de lerarenopleiding Nederlands aan de Hogeschool Utrecht genomen. Het eerste jaar van de studie staat in het teken van vakexpert worden. Zo volg je vakken op het gebied van de Nederlandse taal, zoals taalkunde. Soms loop je zelfs al een (korte) stage bij een school in de buurt. In het tweede jaar loop je het hele jaar door stage van een dag per week, bij een school waar je ook daadwerkelijk les moet geven in het vak.
In dit voorbeeld Nederlands. Je probeert les te geven aan de niveaus van de tweedegraadsbevoegdheid. Aan het einde van het jaar kies je aan welke groep je wilt blijven lesgeven in het derde jaar, waar je twee dagen per week les gaat geven als leraar Nederlands. Tussendoor volg je onderwijs aan de hogeschool op het gebied van taal, literatuur en didactiek, zoals het leren omgaan met dyslexie. Het vierde en laatste jaar geef je drie dagen per week les en werk je aan een afstudeerproject in samenwerking met de school waar je werkt.
Beperkte tweedegraadsbevoegdheid
Er bestaat nog iets als een beperkte tweedegraadsbevoegdheid door een educatieve minor te volgen aan een universiteit. Dat is een samengesteld pakket in het teken van één specifiek schoolvak met didactische vakken die samen 30 EC maken. De bevoegdheid is beperkt in die zin dat je wel mag lesgeven aan vmbo-tl en aan de onderbouw van havo en vwo, maar je mag niet lesgeven aan het mbo en vmbo-b/k/g, wat wel mag met een volwaardige tweedegraadsbevoegdheid.
Eerstegraadsbevoegdheid
En dan heb je de eerstegraadsbevoegdheid: de bevoegdheid om les te geven aan de groepen van de tweedegraadsbevoegdheid én daarbij nog de bovenbouw van havo en vwo. Deze weg is ‘zwaarder’ dan die voor de tweedegraadsbevoegdheid. Je hebt namelijk een wo-bachelor en wo-master in de educatieve richting van een specifiek schoolvak nodig. De wo-bachelor doe je in het vak waarin je wilt lesgeven. Bijvoorbeeld geschiedenis. Als je de eerstegraadsbevoegdheid daarvoor wilt behalen, moet je de tweejarige educatieve master geschiedenis volgen aan een universiteit. Er is een eenjarige variant, maar daarvoor moet je al een andere master hebben afgerond aan een universiteit. Overigens, er bestaan hbo-masters die bij succesvol afronden ook de eerstegraadsbevoegdheid verlenen.
De tweejarige educatieve master ziet er per universiteit ongeveer hetzelfde uit, vanwege de wettelijk verplichte ‘didactische-EC’ die in een opleiding moeten zijn verwerkt. Als voorbeeld de tweejarige educatieve master geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. In het eerste jaar begin je met twee begeleide stages op een school en volg je verplichte vakken gelijk aan 30 EC. Er is een vrije ruimte van 10 EC en je bereid je voor op je thesis. In het tweede jaar volg je wederom twee stages, maar dan zelfstandig. Daarbij volg je ook verplichte vakken, maar dan van 13 EC. Dat gaat gepaard met een verdiepingsthema van 1 EC en keuzeruimte van 10 EC. Tijdens het tweede jaar ga je verder waar je gebleven bent met de voorbereiding van je thesis en maak je die tot een volwaardige masterscriptie van 20 EC. Na het succesvol afronden van deze master heb je je eerstegraadsbevoegdheid.
Routes
Er zijn dus verschillende wegen die kunnen worden bewandeld om tot een bevoegdheid te komen. Kort gezegd, het hbo voor de tweedegraadsbevoegdheid en het wo voor eerstegraadsbevoegdheid. Schematisch ziet het er zo uit: