Het opstellen van een model

De kans is groot dat je voor je scriptie een conceptueel model moet opstellen. Het conceptueel model is voor sommige studenten een vaag begrip en vormt vaak een uitdaging. Dit omdat het opstellen van een dergelijk model voor veel studenten nieuw is en pas voor het eerst naar voren komt bij het schrijven van een scriptie. Het opstellen van een conceptueel model hoeft echter niet ingewikkeld te zijn. In deze blog leggen we uit wat een conceptueel model precies is en hoe je deze eenvoudig kunt opstellen.

Wat is een conceptueel model?

Het conceptual framework, oftewel conceptueel model, is een schematisch (gevisualiseerd) overzicht. In dit schematische overzicht geef je de verwachte oorzaak-gevolgrelatie aan in je onderzoek. Een conceptueel model is, eenvoudig uitgelegd, een visuele weergave van de te beantwoorden vragen (onderzoeksvraag en deelvragen) of hypotheses in je scriptie. Zo’n model kan helpen met het creëren van duidelijkheid en overzicht. Je kunt namelijk in één opslag zien waar het scriptieonderzoek over gaat. Een conceptueel model komt vrij vroeg aan bod in je scriptie. Deze maak je namelijk al in de ontwerpfase van het onderzoek, dus voordat je begint met je daadwerkelijke onderzoek.

Het is afhankelijk van het type onderzoek dat je gaat uitvoeren of een conceptueel model een bijdrage zou leveren aan je scriptie. Over het algemeen gebruik je een conceptueel model bij een toetsend onderzoek of wanneer je verbanden of verschillen tussen variabelen gaat bestuderen. Bij toetsend onderzoek gaat het vaak om een hypothese over de oorzaak-gevolgrelatie. Dit wordt ook wel een causaal verband genoemd. Bij toetsend onderzoek is het aan de orde dat je een oorzaak-gevolgrelatie of correlatie probeert aan te tonen.

Om de oorzaak-gevolgrelatie te onderzoeken, begin je met een inventarisatie van je verwachtingen in de vorm van een conceptueel model. Dit model toont alle variabelen waarin je geïnteresseerd bent in het kader van jouw onderzoek, en het verband daartussen. Echter, het kan ook andere variabelen bevatten die mogelijk van invloed zijn. Een variabele kan worden gedefinieerd als een factor of eigenschap van een onderzoeksobject die je kunt meten of manipuleren.

Wat zijn onafhankelijke en afhankelijke variabelen?

Bij een oorzaak-gevolgrelatie is er altijd sprake van twee soorten variabelen: een onafhankelijke variabele en een afhankelijke variabele. In het geval van een onafhankelijke variabele gaat het om een variabele die invloed heeft op de afhankelijke variabele. In die zin is de onafhankelijke variabele de oorzaak en is het gevolg het effect dat deze heeft op de afhankelijke variabele.

Een voorbeeld hiervan is ‘het aantal zonuren’ (onafhankelijke variabele) op de ‘snelheid van groei van een zonnebloem’ (afhankelijke variabele). De verwachting is dat het aantal zonuren een effect heeft op hoe snel een zonnebloem groeit. Op basis hiervan kun je een hypothese formuleren en deze in je onderzoek behandelen. Natuurlijk is dit een erg simpel voorbeeld en zul je soms abstractere variabelen tegenkomen in je eigen scriptie. Daarbij kan het zijn dat je ook een modererende of mediërende variabele hanteert. Zodra je je variabelen hebt geïdentificeerd, kun je ze in een conceptueel model plaatsen:

Conceptueel model scriptie

Hoe maak je een conceptueel model?

Hoewel een conceptueel model misschien ingewikkeld klinkt, is het maken van dit model toch vrij eenvoudig. Eigenlijk is het een weergave van kaders, met daartussen een aantal pijlen of lijnen. Voordat we beginnen met de complete uitleg van het model, geven we hieronder eerst aan wat de componenten in het model betekenen:

  • Kaders: in de kaders plaats je de afhankelijke en onafhankelijke variabelen uit je onderzoeksvragen en hypothesen.

  • Pijlen: de pijlen plaats je tussen deze kaders. De pijlen geven aan dat er een verband is. Waar de pijl naartoe wijst, wordt beïnvloed door de variabele waar de pijl vandaan komt.

  • Lijnen: naast pijlen kunnen er ook lijnen in het conceptueel model staan. De lijnen geven een verwachte samenhang, waarbij er geen causaal verband is.

Vervolgens kunnen we beginnen met het model. We maken hierbij gebruik van de volgende onderzoeksvraag: ‘Wat is het effect van de werkomgeving op de werktevredenheid, en is dit effect verschillend voor mannen en vrouwen?’ We kijken hierbij dus naar de werktevredenheid en of de werkomgeving deze beïnvloedt. Daarnaast kijken we of dit effect verschilt voor mannen en vrouwen. Hierbij kunnen we twee hypotheses opstellen:

  • H1: Er bestaat een positief effect van de werkomgeving op de werktevredenheid.

  • H2: Het positieve effect van werkomgeving op de werktevredenheid is sterker voor vrouwen dan voor mannen.

Het model komt er dan als volgt uit te zien:

Het meest simpele conceptueel model is een model met een onafhankelijke variabele (A) en een afhankelijke variabele (B). Een model dat al iets complexer is, heeft een derde variabele (modererende of mediërende). Hoe meer variabelen je toevoegt, hoe complexer het conceptueel model wordt. Het model kan bijvoorbeeld meer dan één onafhankelijke variabele bevatten. Dan zijn er bijvoorbeeld twee factoren die invloed hebben op de afhankelijke variabele.

Hoeveel variabelen je toevoegt aan je conceptueel model, kan ook op basis van je deelvragen bepaald worden. Meestal formuleer je twee of meer deelvragen bij het schrijven van je scriptie. Wanneer je bijvoorbeeld drie onafhankelijke variabelen meeneemt in je deelvragen, dan voeg je die alle drie toe. Aan de hand van de bovenstaande beschreven kaders, pijlen en lijnen breng je deze dan met elkaar in verband in een handig overzicht.

Waar plaats je het conceptueel model?

Het conceptueel model wordt over het algemeen geplaatst nadat je de onderzoeksvraag en de deelvragen/hypothesen hebt opgesteld. Dit model laat namelijk zien hoe de onderzoeksvragen en hypothesen met elkaar in relatie staan. De lezer kan dankzij dit model in één opslag zien waar het onderzoek over gaat. Ook is het handig om voor jezelf te kunnen visualiseren hoe je je onderzoek structureert.

Het model plaats je doorgaans in de inleiding, aangezien je hier ook de deelvragen en hypothesen formuleert. Wanneer je het model in de inleiding plaatst, is het verstandig om dit helemaal aan het eind van het hoofdstuk te doen, vlak voor de leeswijzer. De lezer krijgt dan aan het eind van de inleiding nog even een herinnering van waar het onderzoek precies over gaat, voordat die verder gaat met het lezen van de rest van de scriptie.

Echter, het is niet verplicht om het model en je deelvragen in de inleiding te plaatsen. In sommige gevallen kun je de deelvragen en het conceptueel model aan het eind van het theoretisch kader plaatsen. Wat de exacte locatie voor het conceptueel model is, is vaak afhankelijk van je studie en de eisen die vanuit de opleiding gesteld worden. Bij studies zoals Business Finance wordt het conceptueel model vaak aan het eind van het theoretisch kader geplaatst. Bij scripties die betrekking hebben op psychologie zien we het conceptueel model doorgaans aan het eind van de inleiding. Controleer dus goed wat bij jouw studie van je verwacht wordt wanneer je het conceptueel model opstelt.

Hulp van een professional

Heb je moeite met het opzetten van je conceptuele model, of wil je dat er een professional voor de zekerheid naar kijkt? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Leg ons je vraag voor, en we zullen je een geschikte oplossing voorstellen. We zouden bijvoorbeeld een scriptiebegeleider aan je kunnen koppelen, of het document inhoudelijk voor je kunnen nakijken.

6 reacties

  1. Hallo Scriptium, ik heb een conceptueel model opgesteld. Ik onderzoek de invloed van motivatie op het werk en verkoopprestaties. Ik ben een beetje in de war geraakt omdat ik ook een variabele salaris heb, en dan zou er bijvoorbeeld een schijnverband kunnen zijn tussen motivatie en verkoopprestatie, omdat de salarissen ook zijn verhoogd in de periode dat ik mijn onderzoek doe.

  2. Hallo Student1998,
     
    Ik snap wat je bedoelt. In theorie zou het zo kunnen zijn dat salaris een interveniërende variabele is, en dat die variabele zowel de motivatie als de verkoopcijfers beïnvloedt, zonder dat er een daadwerkelijk verband is tussen motivatie en verkoopcijfers. Echter kun je er niet zomaar vanuit gaan dat er een schijnverband is tussen motivatie en verkoopprestaties. Motivatie staat ook op zichzelf, en beïnvloedt gewoon de werkprestaties. Dit correspondeert in principe ook met de literatuur en common sense. Dus je zou salaris dan eerder als modererende variabele moeten zien, die een versterkend effect heeft op het verband tussen motivatie en verkoopcijfers. Voor meer informatie over interveniërende en modererende variabelen, kun je dit artikel lezen.

  3. Hallo team scriptium, ik voer een inductieve onderzoek waarbij ik theorieën gaan maken. Hoef ik dan geen conceptuele model te maken? Omdat ik geen geen oorzaak relatie bestaat.

  4. Hallo Ali,
     
    Bij inductief onderzoek worden inderdaad nieuwe theorieën ontwikkeld op basis van observaties en gegevens, in tegenstelling tot deductief onderzoek waarbij bestaande theorieën worden getoetst. In inductief onderzoek kun je echter nog steeds profiteren van het gebruik van een conceptueel model, ook al zijn er geen expliciete oorzaak-gevolgrelaties bij betrokken.
     
    Een conceptueel model kan dienen als een visuele representatie van de belangrijkste concepten, variabelen en hun onderlinge relaties in je onderzoek. Hoewel inductief onderzoek gericht is op het identificeren van patronen en het genereren van nieuwe ideeën, helpt een conceptueel model je om structuur aan te brengen in je denken en onderzoek.
     
    In plaats van oorzaak-gevolgrelaties, kan je conceptueel model bij inductief onderzoek relaties tussen concepten weergeven die je in je gegevens ziet opduiken. Het kan je helpen om de verbanden tussen verschillende elementen te begrijpen en te visualiseren, wat dan weer kan bijdragen aan het vormen van nieuwe theorieën.
     
    Dus, hoewel een conceptueel model geen strikte oorzaak-gevolgrelaties hoeft te bevatten bij inductief onderzoek, kan het nog steeds een waardevol instrument zijn om de structuur en samenhang van je onderzoek te bevorderen en te visualiseren. Het kan je helpen om de logica en patronen die je ontdekt beter te begrijpen en te communiceren.

    1. Hallo,

      De twee modererende variabelen kun je dan tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabele plaatsen, zoals dat bij één modererende variabele het geval is in het voorbeeld hierboven.

Laat een reactie achter

Je hebt al gestemd op dit artikel. Bedankt :-)
Wat vind jij van dit artikel?